alle werken

223 werken in Donemus catalogus

populaire werken

Symphonische klankfiguren : (Symphonie nr. 12), (1964) / Henk Badings

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: pic 3fl 2ob eh 3cl cl-b 2fg cfg 4h 3trp 3trb tb timp 3perc cel hp pf str

Atlantische dansen : voor piano en klein orkest, (1955) / Henk Badings

Genre: Orkest
Subgenre: Piano en orkest
Bezetting: 1121 1220 perc str pf-solo

Nederlandse dansen : voor orkest, (1957) / Henk Badings

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 2222 4230 timp 2perc str

nieuwste editie

Trio XII : for English horn, clarinet and bassoon / Henk Badings

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Houtblazersensemble (2-12 spelers)
Bezetting: eh cl fg

 

componist

Badings, Henk

Nationaliteit: Netherlands
Geboortedatum: 1907-01-17
Sterfdatum: 1987-06-26
Website: Treasured Composer's Page

Henk Badings is een van de grootste componisten van de twintigste eeuw, volgens musicoloog Leo Samama. Hij roemt hem als "een veelzijdig kunstenaar die ogenschijnlijk moeiteloos omschakelt van de ernstige concertmuziek naar de stijl van de grote Amerikaanse 'wind bands', van elektronische muziek naar educatieve bundels, van omvangrijke en dramatische koorwerken naar werken voor amateurorkest. Zijn muzikale stijl, lyrisch en somber, heldhaftig en uitgelaten, dramatisch en effectief, blijft alom aanwezig en drukt zijn stempel op elke partituur. Wat Badings tussen 1930 en 1960 heeft geschreven, is van internationale allure. Maar ook zijn latere werken zijn met name in de Verenigde Staten bijzonder geliefd en getuigen van een tomeloze energie en geestkracht." (Leo Samama, 1986). Badings oeuvre varieert van opera tot elektronische muziek en van filmmuziek tot veertien symfonieën, werken voor blaasorkest en voor kamerensemble. Ook al is hij een zoeker naar vernieuwing, toch blijft Badings' stijl gekenmerkt door een voorliefde voor klassieke vormgeving: melodie, harmonie en ritmiek blijven in zijn werk steeds herkenbaar en richtinggevend. Daarbij maakt hij vaak gebruik van de kiemceltechniek. Badings componeert prestigieuze opdrachtwerken voor onder meer het eeuwfeest van de Wiener Philharmoniker en het zestigjarig bestaan van het Concertgebouworkest. Talrijke van zijn composities zijn onderscheiden met binnen- en buitenlandse prijzen. Naast zijn werk als componist en docent geeft Badings vele lezingen, neemt hij deel aan jury's en publiceert hij enkele boeken.

1907

Hendrik Herman (Henk) Badings wordt op 17 januari geboren in Bandung, op Java in Nederlands-Indië.

1915 - 1920

Badings komt als wees naar Nederland, waar hij onder strenge voogdij wordt geplaatst. Hij bezoekt de lagere en middelbare school in Gorinchem en krijgt vioolles van Ch. de la Rosière. Hij is een excellente leerling die behalve muzikaliteit ook talent voor beeldende kunst, poëzie en wiskunde tentoonspreidt. Nog maar twaalf jaar oud schrijft Henk Badings zijn eerste vioolsonate.

1925 - 1931

Badings studeert mijnbouw aan de Technische Hogeschool in Delft. Intussen ontwikkelt hij zich, hoofdzakelijk autodidactisch, tot componist. Badings beleeft zijn eerste succes als componist als op 27 september 1931 zijn eerste 'Celloconcert' (1930) wordt uitgevoerd in het Concertgebouw in Amsterdam door cellist Henk van Wezel met het Concertgebouworkest onder leiding van Eduard van Beinum.

1931 - 1934

Na zijn studie mijnbouw is Badings enige jaren werkzaam als wetenschappelijk medewerker in de historische geologie en paleontologie aan de Technische Hogeschool in Delft. Tegelijkertijd begint de jonge ingenieur met compositielessen bij Willem Pijper. Na enige tijd besluit hij zich volledig aan de muziek te wijden.

1934

Hoewel hij, zijn lessen bij Pijper daargelaten, geen formele muziekopleiding heeft genoten, wordt Badings aangesteld als leraar compositie aan het Muzieklyceum Amsterdam en aan het Rotterdams Conservatorium. Hij kwalificeert zich voor deze functies met name door zijn celloconcert en zijn vioolsonate, die hem reeds enige internationale bekendheid hebben verschaft. Badings' 'Derde symfonie' beleeft zijn première tijdens het Nederlands Muziekfeest in Amsterdam.

1936 - 1940

Henk Badings publiceert zijn boek 'De hedendaagse Nederlandse Toonkunst' (1936). Ter gelegenheid van de Vondelherdenking schrijft hij toneelmuziek bij 'Gijsbrecht van Aemstel' (1937). In 1938 wordt Badings benoemd tot directeur van het Muzieklyceum Amsterdam.

1941 - 1945

Na het door de bezetter afgedwongen vertrek van Sem Dresden fungeert Badings enige tijd als directeur van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij is bovendien lid van de Nederlandsche Kultuurraad.

1945 - 1947

Vanwege zijn lidmaatschap van de Nederlandsche Kultuurraad krijgt Badings na de Tweede Wereldoorlog een beroepsverbod, dat in 1947 wordt ingetrokken.

1949 - 1951

De Vlaamse Academie van Wetenschappen, Letteren en Beeldende Kunsten in Brussel benoemt Badings tot erelid. Zijn 'Ballade voor orkest' (1950) wordt onderscheiden door de Wereldomroep en de 'Suite nr. 2' voor beiaard (1950) wordt bekroond met de Jef Denijnprijs in Mechelen. Badings publiceert tevens zijn boek 'Tonaliteitsproblemen in de nieuwe muziek' (1951). Het zesdelige koorwerk 'Java en Poèmes' op tekst van Alla Baud (1940), uitgegeven onder de titel 'Six Images' bij Editions Françaises de Musique, wordt samen met de 'Trois Ballades' (1951) voor vrouwenkoor bekroond door Radiodiffusion Française.

1954

Henk Badings wordt leraar compositie aan de Internationale Orgel Academie in Haarlem. Zijn radiofonische opera 'Orestes' (1954) wordt bekroond met de Prix Italia.

1956 - 1960

In de periode na de oorlog houdt Badings zich intensief bezig met elektronische muziek. Hij werkt hij met pioniers als Dick Raaijmakers en Tom Dissevelt samen in het Philips Natuurkundig Laboratorium. Badings verricht onder meer onderzoek naar elektronische klankbronnen en naar de relatie tussen tempo en toonduur, waarbij hij ook gebruikmaakt van de computer. Met elektronische hulpmiddelen experimenteert Badings met een 31-toonstelsel, waarbij het octaaf wordt onderverdeeld in 31 tonen. Hij schrijft verschillende werken voor het 31-toonsorgel, het zogenoemde Fokker-orgel, dat Adriaan Fokker in Haarlem had laten bouwen. Zijn elektronische opera 'Salto Mortale' (1959) wordt onderscheiden tijdens het muziekfestival in Salzburg. Het 'Concert' (1954) voor twee violen en orkest, geschreven in opdracht van de Johan Wagenaarstichting, opgedragen aan Herman Krebbers en Theo Olof, wordt geselecteerd voor het Rostrum of Composers 1959 van UNESCO.

1961 - 1963

Henk Badings wordt benoemd tot docent in de akoestiek en informatica aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. In 1962 wordt hij hoogleraar compositie aan de Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Stuttgart, Duitsland. Tevens is hij dit jaar gasthoogleraar aan de Universiteit van Adelaide in Australië en aan de Universiteit van Pittsburgh, Pennsylvania.

1964 - 1967

Het 'Concert voor 2 piano's en orkest' (1964) wordt in Venetië bekroond met de Premio Marzotto. In 1965 benoemt de stad New Martinsville in West Virginia Badings tot ereburger. Hij wordt tevens onderscheiden met de Medaille Arts-Sciences-Lettres van de Académie Française. In 1967 ontvangt Badings de Johan Wagenaar Prijs.

1972

Voor zijn gehele oeuvre wordt Henk Badings de Sweelinck-Prijs uitgereikt.

1984

Op 9 december gaat tijdens het Blazersfestival in Weert Badings' 'Figures sonores' in première door de Koninklijke Harmonie van Thorn onder leiding van Jan Cober, en wordt de componist onderscheiden met de Prijs Nederlandse Blaasmuziek.

1987

Op 26 juni overlijdt Henk Badings op tachtigjarige leeftijd in Hugten bij Maarheeze.