alle werken
24 werken in Donemus catalogus
populaire werken
De zee (I & II) : electronic music, 1964-1965, (score 1995) / Jan Boerman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Elektronische muziek
Bezetting:
tape
Kompositie 1979 : electronic music, 1979 (score 1995/1996) / Jan Boerman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Elektronische muziek
Bezetting:
tape
Vocalise 1994 : electronic music, 1994 / Jan Boerman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Elektronische muziek
Bezetting:
tape
nieuwste editie
Kringloop I en II : electronic music, 1994 / 1995 / Jan Boerman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Elektronische muziek
Bezetting:
tape
componist
Boerman, Jan
Nationaliteit:
Netherlands
Geboortedatum:
1923-06-30
Sterfdatum:
2020-10-25
Jan Boerman (1923-2020), een van de Nederlandse elektronica-pioniers, geldt als een grootmeester op het gebied van 'pure' elektronische muziek. Het overgrote deel van zijn oeuvre bestaat uit muziek waarvan de klanken voor het grootste deel elektronisch zijn opgewekt, en die in zijn geheel op band is vastgelegd. Boerman heeft desondanks ook andere mengvormen en genres beoefend. Zijn muziek onderscheidt zich door 'humane' eigenschappen als klankschoonheid, de illusie van ruimtelijkheid en een dramatische opbouw. Een belangrijk constructieprincipe in zijn werk is de ordening van de tijd met behulp van Fibonacci-getallen, corresponderend met de klassieke gulden-snedeverhouding.
1956
Jan Boerman (30 juni 1923, Den Haag) studeert piano bij Léon Orthel aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en na 1945 compositie bij Hendrik Andriessen. Aanvankelijk componeert hij orkest- en pianomuziek. Enkele van die werken, zoals een ongedateerd 'Adagio' voor orkest en 'Prelude, Rondo, Fantasia, Finale' voor twee piano's, zijn bewaard gebleven.
1959 - 1960
Boerman doet zijn eerste ervaringen met elektronica op in de studio van de Technische Hogeschool te Delft. Hij componeert 'Musique Concrète' (1959) en 'Alliage' (1960).
1961
Boerman componeert 'Alchemie', het eerste werk waarin hij de guldens-snedeverhouding gebruikt.
1963 - 1972
Samen met Dick Raaijmakers richt Boerman een eigen studio in. Hier ontstaan 'De Zee' (1964-65) en 'Kompositie 1972'. De studio van Raaijmakers en Boerman wordt in 1972 gehuisvest in het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
1974
Jan Boerman wordt aangesteld als docent piano en elektronische muziek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
1977
Donemus brengt een grammofoonplaat uit met 'Kompositie 1972', 'De Zee' (1964-1965) en 'Alchemie' (1961).
1981 - 1984
Jan Boerman krijgt de Matthijs Vermeulenprijs 1982 voor zijn gehele oeuvre. Boerman sluit zich aan bij de componistengroep 'Het Nieuwe leven'. Hiervoor componeert hij 'Weerstand' (1981) voor klankobjecten, elektronica en banden en 'Ontketening I' (1983) voor 3 aluminiumplaten en banden. In 1984 volgt 'Ontketening II' voor slagwerk, elektronica en geluidsbanden.
1988 - 1989
Boerman werkt samen met architect Jan Hoogstad in 'Maasproject', een openlucht-performance, met lichtprojectie, koperblazers, Fairlight computer en 16-sporen band. Vervolgens componeert hij 'Kompositie 1989' (het evenwicht) en 'Die Vögel' (1989), op tekst van Friedrich Hölderlin, voor koor, koperkwartet en geluidsbanden.
1991 - 1994
Jan Boerman componeert voor het eerst in jaren een groot werk zonder elektronica, 'Muziek voor slagwerk en orkest', dat wordt uitgevoerd door het Residentie Orkest. Na jaren van voorstudies voltooit hij 'Vocalise 1994', voor 8 klanksporen.
1997
Boerman ontvangt de Willem Pijperprijs voor 'Vocalise 1994'. Hij componeert zijn laatste elektronische werk, 'Ruïne'.
1998
Donemus en NEAR (het Nederlands Elektro-Akoestisch Repertoirecentrum) brengen Boermans complete tape-oeuvre uit als een box met 5 cd's en een uitvoerig boek met toelichtingen.
1999
'The Complete Tape Music of Jan Boerman' wordt bekroond met een Edison. Uit het juryrapport: "De jury is speciaal getroffen door de omstandigheid dat Boerman als geen ander afrekent met de hardnekkige mythe dat elektronische muziek per definitie rationeel, gecalculeerd, steriel en dor zou zijn. De indruk die al bij een eerste beluistering van Boermans muziek beklijft is haar geweldige poëtische kracht, een kracht die deuren opent naar ongekende timbres, naar weidse panoramische klanktrajecten. Het intrigerende is dat deze grootse en bewogen lyrische stijl onmiskenbaar sterke associaties oproept met de kleurgevoelige sonoriteiten van Debussy en de verheven, soms sterk naar het expansieve neigende, expressieve lijnen van Bruckners symfonische kathedralen. Toch is Boerman helemaal zichzelf, getuige een onvervreemdbaar eigen geluid, dat in de meest letterlijke zin van het woord 'symfonisch' is. Wie bereid is zich onbevooroordeeld voor Boermans visionaire kunst open te stellen, zal niet worden teleurgesteld en evenzeer in de ban kunnen raken van deze muziek als die van de grote componisten van weleer. De minutieuze, kraakhelder geschreven toelichtingen van de componist zelf zijn opgenomen in een benijdenswaardig fraai vormgegeven tekstboek dat deze uitmuntend klinkende productie tot een absolute 'must' maakt voor iedere serieuze muziekliefhebber."