alle werken

36 werken in Donemus catalogus

populaire werken

Forbidden Music Regained : Volume 4

Genre: Onbekend

Drei Gesänge aus Rabindranath Tagore's Der Gärtner : (The gardener), für eine Sopranstimme und Orchester / componirt von Jan van Gilse

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en orkest
Bezetting: sopr 3322 4330 timp 3perc 2hp cel str

Zilveren-feestmarsch : for 4-hands piano / Jan van Gilse

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Piano 4 handen
Bezetting: pf4h

nieuwste editie

Forbidden Music Regained : Volume 4

Genre: Onbekend

 

componist

Gilse, Jan van

Nationaliteit: Netherlands
Geboortedatum: 1881-05-11
Sterfdatum: 1944-09-11
Website: Treasured Composer's Page

Jan van Gilse verblijft de eerste jaren van de twintigste eeuw in Duitsland. In deze periode schrijft hij zijn meeste composities. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verhuist hij naar Nederland, waar hij benoemd wordt tot dirigent van het Utrechts Stedelijk Orkest en een roerige tijd beleeft. Zijn muziek is aanvankelijk sterk beïnvloed door de Duitse laatromantiek, in het bijzonder door Richard Strauss en Max Reger. Maar geleidelijk verschuift het accent. "Met de beide laatste delen van de 'Vierde Symfonie' begint een neigen tot een eigen stijl, die met de 'Dansschetsen' (1926) wordt bereikt." (Hans van Dijk). Franse ('impressionistische', oftewel Debussy-achtige) invloeden worden hoorbaar vanaf de 'Gardener-liederen' uit 1923. In zijn opera 'Thijl' (1940) alsook in zijn onvoltooide werk getiteld 'Rotterdam' flirt hij tevens met volksmuziek. Behalve componist is Van Gilse dirigent bij de operahuizen van Bremen en München, en bij de Noord-Nederlandsche Opera in Amsterdam.

1881

Jan van Gilse wordt op 11 mei in Rotterdam geboren.

1897

Van Gilse begint zijn studies piano, compositie en orkestdirectie aan het conservatorium van Keulen.

1901 - 1905

Voor de 'Symfonie in F' verwerft Van Gilse een prijs van het Beethovenhaus in Bonn. Na de dood van zijn leraar Franz Wüllner in 1902 zet Van Gilse zijn studie voort bij Engelbert Humperdinck in Berlijn, waar hij in 1905 afstudeert. Vervolgens wordt hij dirigent en repetitor van de opera Stadttheater Bremen.

1908 - 1910

Van Gilse wordt repetitor en dirigent bij de Noord-Nederlandsche Opera. Voor zijn 'Sinfonie no. 3' (Erhebung), voor orkest en sopraansolo, ontvangt hij de Duitse Michael-Beer-Preis 1909. Deze prijs stelt hem in staat om een jaar in Rome te werken.

1911

Op initiatief van Van Gilse wordt het Genootschap van Nederlandse Componisten (GeNeCo) opgericht.

1913 - 1917

Jan van Gilse voltooit in München de opera 'Frau Helga von Stavern'. Het Bureau voor Muziekauteursrecht (Buma) wordt opgericht; Van Gilse is voorzitter van de BUMA van 1917 tot 1942. Ook wordt hij dirigent van het Utrechts Stedelijk Orkest.

1921

Na een reeks vinnige journalistieke aanvallen van componist Willem Pijper neemt Van Gilse ontslag als dirigent van het Utrechts Stedelijk Orkest. Dit betekent tevens het einde van zijn dirigentenloopbaan. Het zorgt er echter wel voor dat Van Gilse weer begint te componeren, want tijdens zijn periode als dirigent is er geen nieuwe compositie verschenen. Zelf noemt hij deze periode zijn "jaren in ballingschap".

1926

Jan van Gilse vertrekt wederom naar Duitsland, componeert daar onder andere zijn 'Prologus Brevis' voor orkest en maakt een begin aan zijn - nooit voltooide - memoires.

1933 - 1935

Van Gilse wordt directeur van het Utrechts Conservatorium. Hij start de stichting Nederlandse Muziekbelangen om de uitvoering van Nederlandse muziek te promoten. (In 1947 zal de uitgeverij Donemus hieruit voortkomen)

1937 - 1938

Na vele ergernissen neemt Van Gilse ontslag als directeur van het Utrechts Conservatorium en besluit zich meer op het componeren te richten. Hendrik Lindt en Jan van Gilse ontmoeten elkaar en beginnen samen aan de opera 'Thijl'.

1944

Jan van Gilse overlijdt op 11 september in Oegstgeest.