Donemus Webwinkel — Ketting, Otto

Otto Ketting geldt al vanaf zijn op 22-jarige leeftijd gecomponeerde 'Due canzoni per orchestra' (1957) als een van de meest vooraanstaande componisten van Nederland. Hij is in alle opzichten een man van de praktijk: naast zijn bezigheden als componist is hij ook geruime tijd actief als trompettist, muziekjournalist en (nog steeds) als dirigent. Jan Zekveld (programmeur van de ZaterdagMatinee): "Als componeren betekent het ordenen van klank in de tijd, doet Ketting dat met een onvervreemdbare stijl. Die klank is altijd herkenbaar. Zijn werkterrein, zijn materiaal behelst eeuwen van muziekgeschiedenis, zijn werkwijze is in onze eigen tijd vergelijkbaar met die van Stravinsky: ordenen, becommentariëren, manipuleren, knipogen soms." Ketting zelf omschrijft zichzelf als een 'blokkencomponist' (volgens hem een erfenis van de jazzmuziek) maar ook als een echte romanticus: "Ik streef toch wel naar een bepaalde emotie. Ik heb een vreselijke hekel aan stukken die niets vertellen dan noten." Met de opera 'Ithaka' (1986) deed het idee van 'de reis' zijn intree in zijn muziek, dat een overkoepelend thema in al bijna al zijn latere werk zou blijken.

Otto Ketting wordt op 3 september geboren te Amsterdam als zoon van de componist en musicus Piet Ketting. Hij studeert compositie bij zijn vader, en vervolgens trompet aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en compositie in München bij Karl Amadeus Hartmann.

Ketting is trompettist in het Residentie Orkest. Tijdens de eerste Gaudeamus Muziekweek behaalt Ketting de tweede prijs met het orkestwerk 'Passacaglia' (1957) en in 1958 ontvangt hij de eerste prijs voor 'Due canzoni per orchestra' (1957).

Ketting is docent compositie aan het Rotterdams Conservatorium.

Ketting doceert compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 1972 vindt de première plaats van 'Time Machine', dat 180 uitvoeringen in binnen- en buitenland beleeft, en daarmee geruime tijd het meest gespeelde Nederlandse orkestwerk is. In 1973 ontvangt hij voor dat werk de Kees van Baarenprijs.

Ketting leidt aan het Rotterdams Conservatorium diverse ensembles voor hedendaagse muziek.

Ketting ontvangt voor zijn 'Symfonie voor saxofoons en orkest' (1978) de Matthijs Vermeulenprijs en de tweede prijs van het Rostrum of Composers 1980 van de Unesco. Ketting is in 1981 mede-oprichter van de Vermeulen Stichting, die zich met succes inzet voor de bekendheid van het werk van componist Matthijs Vermeulen. Het boek 'De ongeruste parapluie; notities over muziek 1970-1980' verschijnt in 1981 bij uitgeverij Ulysses in Den Haag. In september 1986 wordt het Muziektheater in Amsterdam geopend met Kettings opera 'Ithaka'.

Voor zijn 'Symphony no. 3' (1990) krijgt Otto Ketting de Barlow Prijs 1992. Hij voltooit een in opdracht van verschillende gezelschappen gecomponeerd vierluik voor orkest dat bestaat uit 'De overtocht' (1992), 'Het oponthoud' (1993), 'De aankomst' (1993) en 'Kom, over de zeeën' (1994).

Otto Ketting is de centrale componist van het tweejaarlijkse Haagse 'Festival in de Branding'. Het boek 'Time Machine', over en door Otto Ketting (red. Maarten Brandt en Ton Hartsuiker) verschijnt bij Donemus.

Otto Ketting voltooit zijn 'Vierde Symfonie'.

Het Brabants Orkest eert de 75-jarige componist met een 'Ketting Driedaagse'. Van 12 tot en met 14 november staat zijn werk centraal tijdens diverse concerten in Eindhoven.