alle werken

41 werken in Donemus catalogus

populaire werken

Variaties op een Uilenspiegelthema / door 11 Nederlandse componisten

Genre: Orkest
Subgenre: Viool en orkest
Bezetting: 3222 4330 timp perc (hp ad lib.) str 2vl-solo

Quartetto per archi IV : = Strijkkwartet no. IV, (1965) / Guillaume Landré

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello)
Bezetting: 2vl vla vc

Variazioni senza tema : per orchestra, (1967) / Guillaume Landré

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 3333 4330 timp 4perc hp pf str

nieuwste editie

Quintetto : flauto, oboe, clarinetto, fagotto, corno, 1930 / Guillaume Landré

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Blaaskwintet
Bezetting: fl ob cl h fg

 

componist

Landré, Guillaume

Nationaliteit: Netherlands
Geboortedatum: 1905-02-24
Sterfdatum: 1968-11-06

De componist die in de vorige eeuw het meest genoemd wordt in overzichtswerken van de Nederlandse muziekgeschiedenis, zo wijst onderzoek van archivaris Gert Floor van het Nederlands Muziek Instituut in Den Haag uit, is verrassend genoeg de tegenwoordig tamelijk onbekende Guillaume Landré. Niet alleen schrijft Landré muziekdramatische werken, orkestwerken, soloconcerten en kamermuziek: hij vervult ook talrijke bestuursfuncties in de muziekwereld en is een belangrijk figuur in de nationale en internationale auteursrechtorganisaties. Landrés componeerstijl is aanvankelijk vooral beïnvloed door Willem Pijper; in veel latere werken maakt hij gebruik van twaalftoonsreeksen, zonder echter een strikt dodecafonische techniek toe te passen.

1905 - 1922

Guillaume Landré wordt op 24 februari in Den Haag geboren. Zijn eerste muzieklessen krijgt hij van zijn vader, componist en muziekcriticus Willem Landré, en van Henri Zagwijn. Via dirigent Evert Cornelis komt de jonge Landré in aanraking met alle belangrijke stromingen in de nieuwe muziek van dat moment.

1923 - 1928

Landré studeert rechten aan de Rijksuniversiteit in Utrecht en neemt daarnaast compositielessen bij Willem Pijper.

1929 - 1930

Guillaume Landré wordt muziekcriticus voor het dagblad 'De Telegraaf'. Hij begint een baan als docent handelsrecht en economie aan de Tweede Openbare Handelsschool in Amsterdam.

1934

Met zijn komische opera 'De Snoek' boekt Landré succes bij een groot publiek.

1941 - 1942

Landré stopt met schrijven voor De Telegraaf. Ingegeven door de oorlogshandelingen schrijft hij zijn grote werk voor koor en orkest 'Piae memoriae pro patria mortuorum' (1942), waarin de melodie van het Wilhelmus gecombineerd wordt met een fragment uit de requiemmis.

1947 - 1958

Landré geeft zijn docentschap aan de Tweede Openbare Handelsschool in Amsterdam op voor een functie als secretaris van de Raad voor de Kunst.

1952 - 1960

Guillaume Landré is voor drie jaar artistiek directeur van het Concertgebouworkest. Daarna neemt hij zitting in het bestuur van het Concertgebouworkest. Zijn compositie 'Kamersymphonie' (1952) wordt bekroond met de Van der Leeuwprijs 1955. Landré is jarenlang voorzitter van het Genootschap van Nederlandse Componisten, en vice-voorzitter van de International Society for Contemporary Music. Daarnaast bekleedt hij bestuursfuncties bij verschillende andere muziekinstellingen, waaronder Donemus en de Nederlandse Operastichting. Bovendien is hij bestuurslid van BUMA en speelt hij als jurist een belangrijke rol in de wereld van het auteursrecht.

1961 - 1965

Guillaume Landré ontvangt de Visser Neerlandia-prijs voor zijn orkestvariaties 'Permutazioni sinfoniche' (1957) en in 1964 wordt hem voor zijn gehele oeuvre de Sweelinckprijs, de grote staatsprijs voor muziek, toegekend. Tijdens het Holland Festival 1965 gaat zijn opera 'Jean Lévecq' (1963) in première.

1968

De opera 'La symphonie pastorale' (1964), naar de novelle van André Gide, gaat op 31 maart in Rouen (Frankrijk) in première. Guillaume Landré overlijdt op 6 november in Amsterdam.