Donemus Webwinkel — Masséus, Jan

Jan Masséus werd op 28 januari 1913 te Rotterdam geboren. Hij overleed op 15 februari 1999 te Bilthoven.  Hij studeerde aan het Conservatorium te Rotterdam (einddiploma hoofdvak piano). Zijn docenten voor piano waren: Jaap Callenbach, Phons Dusch en Iskar Aribo en voor compositie: Willem Pijper, Henk Badings en Piet Ketting.  Als concertpianist trad hij regelmatig op in kamermuziekensembles en als vertolker van eigen werk. Naast het docentschap voor piano aan het Conservatorium Rotterdam vervulde Masséus van 1956-1961 de functie van muziekrecensent bij het Algemeen Dagblad en het Vrije Volk te Rotterdam. In 1961 werd hij benoemd als directeur van de Muziekschool in Leeuwarden, gecombineerd met het directeurschap van de Federatie van Friese Muziekscholen. In 1962 richtte hij het Fries Kamerorkest op en zette tevens zijn schouders onder de taak om te komen tot een erkend muziekvakinstituut voor de provincie Friesland. Dit resulteerde in 1966 in de rijkserkenning tot de status van muziekschool met beperkte vakopleiding en in 1970 tot de volledig erkende opleiding voor de akten A en B en de praktijkdiploma's. De officiële status was daarna Muziek Pedagogische Akademie (MPA) (nu Conservatorium in Groningen).   In de jaren 1942 en 1943 ontstonden de eerste werken: 'Prelude' voor piano (op. 1), de 'Brahms-variaties' voor 2 piano's (op. 2) en de 'Schubert-variaties' voor 2 piano's (op. 3). Hierna ontstonden talloze kamermuziek- en orkestwerken. Masséus' interesse voor de repertoirevernieuwing van de HAFA-muziek was begin 1956 aanleiding voor de Rotterdamse Kunststichting hem een opdracht te verlenen voor het componeren van een 'Concerto grosso' voor harmonieorkest. In 1961 ontstond de cantate 'Rotterdam' voor sopraan, mannenkoor en harmonieorkest in opdracht van de Rotterdamse Droogdokmaatschappij. Ook op het terrein van de elektronische muziek is er door Masséus experimenteel werk verricht in de studio voor elektronische muziek aan de TH te Delft onder leiding van Dr. Ir. W. Kok (1958/1959). Als resultaat werd hem verzocht de muzikale illustratie te verzorgen bij de kleurenfilm 'Story in the rocks', in opdracht van de BPM.  In 1953 werd, in een door de AVRO uitgeschreven compositieprijsvraag t.g.v. het 30-jarig bestaan, zijn 'Vioolconcert op. 23 met een prijs bekroond. In 1956 kreeg hij voor de cyclus '' Gezelle-liederen' de Visser-Neerlandiaprijs. In 1966 kreeg hij het Gouden Viooltje, een wisselprijs die het bestuur van het toenmalige Frysk Orkest uitreikte aan een musicus die zich op bijzondere wijze voor het Friese muziekleven heeft ingezet. In 1972 ontving hij in Parijs de zilveren medaille en het diploma van de Société d'encouragement et d'éducation Arts-Sciences-Lettres van de Académie Française voor zijn activiteiten bij het tot stand brengen van een muziekvakinstituut in Leeuwarden en zijn compositorische arbeid in Friesland. In 1979 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.