alle werken

33 werken in Donemus catalogus

populaire werken

Red, white and blues : Dutch new blues pieces, for piano, 1996-2006, Volume 2

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Piano
Bezetting: pf

NL Real Book (voor Es-instrumenten) / ed.: Walter van de Leur ; Maarten van der Grinten ; Michael Moore et. al.

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Variabele instrumentatie
Bezetting: variabel

Tien vocale minuten : voor mezzosopraan en bas / [red. Michael Nieuwenhuizen]

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem solo; Vocaal ensemble (2-12)
Bezetting: sopr-m bas ; sopr-m ; bar ; bas

nieuwste editie

Mishakosmos : Misha Mengelberg Music Book / collated and compiled by Michael Moore

Genre: Onbekend

 

componist

Mengelberg, Misha

Nationaliteit: Netherlands
Geboortedatum: 1935-06-05
Sterfdatum: 2017-03-03

Misha Mengelberg (Kiev, 5 juni 1935), de leider van het Instant Composers Pool Orchestra, is een spotvogel in de wereld van de Nederlandse gecomponeerde muziek en de internationale geïmproviseerde muziek: een filosofisch denker over muzikale zaken, die zichzelf niet al te serieus neemt, maar die in de jaren zestig en zeventig wel subsidies voor gecomponeerde en geïmproviseerde muziek (die hij 'instant compositie' gaat noemen) bij de overheid weet los te krijgen. Hij introduceert compositiemodellen in de geïmproviseerde muziek van ICP, en quasi-geïmproviseerde insubordinatie in zijn gecomponeerde werk. Als jazzpianist grijpt hij terug op zijn vroege idolen Thelonious Monk (de nooit overijlde tred, dicht bepakte akkoorden) en Herbie Nichols (harmonieën die de traditionele patronen op hun kop zetten). Eind jaren zestig is Mengelberg een van de grondleggers van de Europese geïmproviseerde muziek, die zich afsplitst van de jazz, samen met zijn levenslange drum-partner Han Bennink. Mengelbergs 'spelstukken' uit de jaren zestig zijn voorlopers van latere werken van zijn vriend en weldoener John Zorn. In de jaren negentig krijgt ICP steeds meer internationale erkenning voor zijn live uitgevoerde collage-acties en Mengelbergs elegante en geestige schrijfstijl. Zijn modern klassieke werken kenmerken zich ook door aanstekelijke melodieën en onvoorspelbare ontwikkelingen.

1935 - 1958

De zoon van de Nederlandse componist Karel Mengelberg en de Duitse harpiste Rahel Mengelberg-Draber wordt geboren in Kiev, en groeit vanaf zijn derde jaar op in Nederland. Misha en zijn moeder zijn beiden joods, maar worden tijdens de bezetting beschermd door Karel Mengelbergs oom, dirigent Willem Mengelberg. Als kleine jongen begint Misha al te componeren, improviseren en piano te studeren, en luistert hij thuis naar Stravinsky en Ellington. Op zijn vijftiende hoort hij Charlie Parker en Thelonious Monk en hij wordt gegrepen door de nieuwe jazz. Een paar jaar later reageert hij op eenzelfde manier op de harmonisch zeer originele jazzpianist Herbie Nichols.

1958 - 1965

Misha Mengelberg studeert aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Kees van Baaren, waar hij bevriend raakt met medestudent Louis Andriessen. In Darmstadt ziet hij John Cage een lezing geven, waarbij deze brandende sigaretten als komische rekwisieten gebruikt. Dit voedt zijn eigen voorkeur voor absurde performances. Mengelbergs muziek volgt twee aparte sporen: zijn Monk-achtige trio wint in 1959 het Loosdrecht Jazz Concours, en hij wordt ook bekroond tijdens de Gaudeamus Muziekweek 1961 voor zijn Musica per 17 Strumenti (1959). Hij schrijft tevens muziek voor solo piano en strijkkwartet, en smeedt vanaf 1961 een hechte band met drummer Han Bennink. Ze gaan toerende Amerikaanse jazzsolisten begeleiden, onder wie rietblazer Eric Dolphy in 1964; een radio-opname wordt later uitgebracht op het legendarisch geworden Dolphy-album Last Date. Het is Mengelbergs plaatdebuut. Hij raakt betrokken bij de internationale absurdistische beweging Fluxus en componeert het protominimalistische pianostuk In Memoriam Hans van Zweeden. Hij gaat ook spelen met het Misha Mengelberg/Piet Noordijk-kwartet, dat een grote reputatie opbouwt en in 1966 als eerste Europese groep optreedt tijdens het fameuze Newport Jazz Festival in Amerika.

1966 - 1970

Naast hun werk met het Mengelberg/Noordijk-kwartet gaan Mengelberg en Bennink optreden met de anarchistische jonge rietblazer Willem Breuker. Een jaar later vormen de drie de Instant Composers Pool, een overkoepelende organisatie voor allerlei groepen van Mengelberg en Breuker. Mengelberg schrijft een speels muzikaal spel voor twee duellerende blaaskwintetten: Hello! Windyboys (1968). Intussen organiseren hij, Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Peter Schat en Jan van Vlijmen zich als de Notenkrakers, die een weinig geslaagde poging doen om de werkwijze en het repertoire van het Concertgebouworkest te liberaliseren. Ook helpen ze, met meer succes, te lobbyen voor compositiesubsidies. In 1969 produceren de vijf de opera Reconstructie. Mengelberg en Bennink sluiten zich in allerlei ad hoc-groepen aan bij improvisatoren uit heel Europa, onder wie de Deense saxofonist John Tchicai en de Engelsen Evan Parker (saxofoon) en Derek Bailey (gitaar).

1971 - 1981

Mengelberg wordt voorzitter van de nieuwe muzikantenvakbond BIM (Beroepsvereniging van Improviserende Musici; 1971-1982), en leidt een tijdlang de elektronische muziekstudio STEIM. Samen met schrijver Wim T. Schippers organiseert hij regelmatig avonden met absurdistisch muziektheater. Ook schrijft hij een stuk voor orkest, Met Welbeleefde Groet Van Fe Kameel (1973), waarbij een houten stoel wordt verzaagd met een cirkelzaag, en weer in elkaar wordt gezet in de vorm van een gestileerde kameel. Zijn strijdlustige duo met Han Bennink blijft optreden en platen maken, en omstreeks 1977 leidt Mengelberg een tentet dat zich uiteindelijk ontwikkelt tot het Instant Composers Pool Orchestra, vanaf dat moment zijn belangrijkste uitlaatklep. Zijn geschreven composities uit deze tijd zijn onder meer Onderweg (1973), het episodische Dressoir (1977) voor Orkest de Volharding, en een saxofoonconcert voor Ed Boogaard uit 1980, waarvoor hij deels leentjebuur speelt bij Haydn. In 1978 neemt Mengelberg het solo-pianorecital Pech Onderweg op in het Bimhuis.

1982 - 1993

De rijping van ICP komt tot stand in het begin van de jaren tachtig met de komst van jongere muzikanten zoals trombonist Wolter Wierbos en de rietblazers Michael Moore en Ab Baars, die er in 2011 nog steeds bij zijn. Mengelberg brengt ze allerlei manieren bij om zijn partituren te ondermijnen of te herschikken tijdens de concerten. In zijn eigen orkest, maar ook in kleinere groepen doet Mengelberg mee aan repertoire-projecten gewijd aan zijn vroege voorbeelden Nichols, Monk en Ellington, en helpt aldus een hernieuwde interesse voor de composities van Herbie Nichols op gang te brengen. Een kwartet met Mengelberg, Bennink, sopraansaxofonist Steve Lacy en bassist Donald Garrett brengt op het Chicago Jazz Festival in 1986 een Monk-programma. Een van Mengelbergs muziektheaterproducties uit deze tijd is Behang (1988, 1990), waarin wordt behangen. Het Berlin Contemporary Jazz Orchestra neemt een aantal stukken van Mengelberg op (1988) met de componist achter de piano. Ook toert hij in 1993 met Anthony Braxtons Charlie Parker-project.

1994 - 2011

Mengelberg richt zijn activiteiten nu voornamelijk op ICP, maar hij neemt ook solo piano-improvisaties op (Mix, 1994; Solo, 1999), en begint een serie bruisende trio- en kwartetopnamen met de New Yorkse drummer Joey Baron, de bassisten Brad Jones en Greg Cohen, en trompettist Dave Douglas. Hij neemt Two Days in Chicago (1998) op met diverse Nederlandse en Amerikaanse collega's. Een van Mengelbergs laatste grote compositieopdrachten is To a Deaf Man's Ears, op een libretto van J. Bernlef (1996). In hetzelfde jaar is Mengelberg de centrale componist van de Haagse Thunderclaps-concertserie; en het AngelicA-festival in Bologna presenteert Onderweg en zijn saxofoonconcert. Vanaf het midden van de jaren negentig gaat het ICP Orchestra steeds meer internationaal toeren, en Mengelberg componeert steeds minder, hoewel ICP wel diverse vroege Mengelberg-stukken in nieuwe arrangementen brengt. Hij maakt platen in trio- en duo-bezetting met onder anderen Steve Lacy (1996), Paul Termos (2002), Frank Gratkowski (2005), en Benjamin Herman (2003). De laatste speelt ook geregeld Mengelbergs stukken met zijn eigen groepen. In 2009 publiceert Muziek Centrum Nederland een bundel van Mengelbergs jazzcomposities, onder de titel Goedendagjes.