alle werken
87 werken in Donemus catalogus
populaire werken
Micrologica 3 : for piano / Kris Oelbrandt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
A Dieu : for baritone and ensemble / br Kris Oelbrandt
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
bar cl(cl-b) perc 2vn vla vc
The Crack : for flute, viola, cello and harp / Kris Oelbrandt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fl vla vc hp
nieuwste editie
Hineni : for chamber ensemble / Kris Oelbrandt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
ob cl bsn h perc vl vla vc
componist
Oelbrandt, Kris
Website:
Abdij Maria Toevlucht
;
Featured Composer's Page
Kris Oelbrandt was born in Sint-Gillis-Waas, Belgium, on November 13, 1972. He studied violin, viola, and piano before focusing on music theory with professors Willem Kersters and Wim Henderickx at the Royal Conservatory of Antwerp from 1991-1993.
He received with great distinction the Master's Degree in music theory by Rafaël d’Haene at the Royal Conservatory of Brussels, where he studied from 1993 to 1996.
Afterwards he graduated at the Queen Elisabeth Music Chapel in 2001: an internationally renowned prestigious institute for graduate master’s students who want to perfect their skills.
On May 15, 2002, Oelbrandt became a trappist monk, because he wanted to actively seek a deeper, more spiritual foundation of his life and work, despite a growing number of commissioned works and performances.
After five years of compositional silence, Kris decided to take up the pen again. Since then, he is played more and more on national and international stages (New York, Berlin, Tokyo) by excellent musicians such as Quirine Viersen, Katrien Baerts, Jenny Spanoghe, Els Mondelaers, Nicolas de Troyer, Elsbeth Gerritsen or Ernestine Stoop; ensembles like Dudok Quartet, I Solisti del Vento or Oneiros ensemble and choirs such as Ad Parnassum or Capella Brabant.
Oelbrandt also earned a Bachelor’s Degree in Theology and religious studies at the Catholic University (KU) Leuven, with a great distinction. He wrote his dissertation on the (im)possibilitiy of unambiguous translation of theological concepts into abstract music, notably in the scores of Olivier Messiaen.
Oelbrandt's first premiere was March 18, 2001 during the Ars Musica Festival in Brussels: the Wallonia Chamber Orchestra and Nicolas Deletaille played his ‘Concerto‘ for cello and string orchestra, commissioned by the cellist.
He received commissions for several large cantatas and oratorios, most of which had multiple performances: ‘Spring Oratorio‘ (Brussels, Antwerp, Liège), ‘Ignatius Cantata‘ (Ghent, Amsterdam), 'Peace Cantata' (Tilburg), 'Reconciliation Magnificat' (November Music 's Hertogenbosch, Utrecht, Haarlem, The Hague), 'The Leading Lamb' (Ghent).
Numerous musicians and ensembles commissioned or performed his chamber music, covering many solo pieces for various instruments, piano trios, string quartets as well as mixed ensembles. The Orgelpark Amsterdam dedicated a composer's portrait to him, in which Ralph van Raat played his piano cycle 'Catharsis' and Jan Hage performed his '12 Interludes'.
Awards: In 2000, he won the “Jan Decadt” prize with the piano trio ‘Resonances‘, which is the first prize of the “Muizelhuis Concerts” Composition Contest. He also won the second prize of the “Weimarer Frühjahrstage für Zeitgenössische Musik” in 2010 with the ‘Concert Rhapsody‘, interpreted by Egidius Streiff (violin) and the Lohorchester Sondershausen, and conducted by Markus Frank.
1972 - 1990
Kris Oelbrandt wordt geboren in Sint-Gillis-Waas (België) op 13 november 1972. Hij studeert viool, altviool en piano aan de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Sint-Niklaas.
1991
Eerste prijs notenleer met onderscheiding bij Jan-Pieter Biesemans aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen.
1993
Eerste cyclus (= bachelor) muziektheorie bij Willem Kersters en Wim Henderickx aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen met grote onderscheidingen voor alle compositievakken.
1996
Meestergraad Muziekschriftuur met grote onderscheiding bij Rafaël d'Haene aan het Koninklijk Conservatorium Brussel.
2001
Gegradueerde met onderscheiding bij Luc van Hove aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth.
In 2000 wint hij de prijs Jan Decadt van de Muizelhuisconcerten voor zijn pianotrio Resonances. In datzelfde jaar wordt hij gelauwerd als meest getalenteerde leerling van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans Sint-Niklaas en wordt hem gevraagd het opdrachtwerk te componeren voor de Axion Classics Muziekwedstrijd.
Zijn concerto voor cello en strijkorkest gaat op 18 maart 2001 in première in de Botanique in Brussel; ook diverse composities voor piano en kamermuziek vinden hun weg naar het podium.
2002
Op 15 mei besluit Kris Oelbrandt monnik te worden. Ondanks een groeiend aantal compositieopdrachten en uitvoeringen wil hij actief op zoek gaan naar een diepere, meer spirituele onderbouwing van zijn leven en werk.
2007
Na vijf jaar compositorische stilte besluit Kris de pen weer op te nemen. Zijn eerste composities uit deze "tweede periode" zijn korte orgelinterludiën die hij of zijn medebroeders spelen als offerandespel tijdens de zondagse hoogmis, met veel bijval van zijn communiteit en de kerkgangers.
2008
Kris Oelbrandt doet op 22 november (feest van Sint Cecilia) zijn solemnele professie. Zijn gemeenschap geeft hem een origineel geschenk: de première van zijn pas gecomponeerde Tweede Strijkkwartet "Bits and Pieces" in de abdijkerk op 7 maart van het jaar daarop door het Landini-kwartet van Jenny Spanoghe.
2009
Via deeltijdstudie behaalt hij als monnik een Bachelor in de Godgeleerdheid met grote onderscheiding aan de Katholieke Universiteit Leuven. Zijn proefschrift gaat over de communicabiliteit van theologische concepten in muziek, met andere woorden: is het mogelijk om op een eenduidige en ondubbelzinnige manier godsdienstige denkbeelden te vertalen in abstracte, non-tekstuele muziek? Hij onderzoekt hierbij met name Olivier Messiaens muziek.
Zijn Concertmis voor koor en orgel, een opdracht van de Laurentiusparochie Antwerpen, gaat eind dat jaar in première.
2010
Hij wint de tweede prijs van de Weimarer Frühjahrstage für Zeitgenössische Musik. Zijn concerto voor viool en symfonisch orkest gaat er op 29 april in première met Egidius Streiff (viool) en het Loh-Orchester Sonderhausen onder leiding van Markus Frank.
2012
Van 2010 tot 2012 werkt hij aan een oratorium voor sopraan, bariton en kamerensemble in opdracht van de vzw Arts & Soul, de culturele organisatie van de Dominicaanse Gemeenschap Brussel. Zes cantates mediteren over de thema's van de Veertigdagentijd (schepping, lijden, ballingschap, liefde, transfiguratie en verrijzenis) aan de hand van Bijbelse en niet-Bijbelse teksten van vroeger en nu. Het "Lenteoratorium" gaat in twee delen in première: de eerste drie cantates in maart 2011 (Ottignies, Brussel en Luik) en de volgende drie in maart 2012 (Antwerpen, Brussel en Ottignies).
2013 - 2014
Aangemoedigd door zijn medebroeders componeert hij een pianocyclus op basis van een kerntekst uit de Benedictijnse monastieke traditie: de "Twaalf trappen van nederigheid" van Sint Benedictus.
Eind 2014 gaat zijn "Ignatiuscantate" voor bariton, koor en gemengd ensemble in première, een opdracht van de jezuïtische gemeenschap van de Oude Abdij van Drongen.
2016 - 2018
In april 2016 verkrijgt Kris de Nederlandse nationaliteit.
In juli 2016 wordt een deel van zijn pianocyclus "Catharsis", "Growing Silence", geselecteerd voor het Fingerprints#2-project van Klara: het wordt voor cd opgenomen door Nikolaas Kende.
In 2017 wordt zijn pianocyclus "Catharsis" uitgevoerd in de Westvestkerk in Scheidam. Het Kamerkoor Ad Parnassum geeft hem de opdracht voor een cantate ter gelegenheid van 100 jaar einde van de Eerste Wereldoorlog: de "Peace Cantata" wordt de eerste keer opgevoerd op 4 november 2018 in de abdij OLV v Koningshoeven.
In 2018 vinden nog enkele premières plaats: "Seven Last Words" (Jenny Spanoghe, Van Goghkerkje Zundert), "Seven Manieren van Minne" (Oneiros ensemble en Els Mondelaers, abdij OLV v Nazareth in Brecht).