alle werken

39 werken in Donemus catalogus

populaire werken

24 capriccio's voor viool solo

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Viool
Bezetting: vl

Spazio : fluit solo, (1998) / Paul Termos

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Fluit
Bezetting: fl

Azzurro : for piano / Paul Termos

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Piano
Bezetting: pf

nieuwste editie

Azzurro : for piano / Paul Termos

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Piano
Bezetting: pf

 

componist

Termos, Paul

Nationaliteit: Netherlands
Geboortedatum: 1952-01-15
Sterfdatum: 2003-05-20
Website: Officiële website

Paul Termos (Hilversum, 15 januari 1952 – Amsterdam, 20 mei 2003) staat met één been in de wereld van de hedendaagse gecomponeerde muziek, en met het andere in de jazz en geïmproviseerde muziek. In de keuze van zijn muzikale partners valt dat ook op. Al in het begin van zijn carrière sluit hij een muzikale vriendschap met pianist Guus Janssen, die net als hij voor ensembles en orkesten componeert en daarnaast zelf improviseert. Met Maarten Altena deelt hij die combinatie ook, en hij speelt in de jaren tachtig een rol in diens kwartet en octet. Eind jaren tachtig begint Termos een eigen grote groep, waarin hij zijn opvattingen over componeren en improviseren volledig kan uiten. In 2003 overlijdt Paul Termos aan alvleesklierkanker.

1973 - 1978

Op het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam (waar hij compositie studeert bij Ton de Leeuw, en muziekanalyse bij Jos Kunst) ontmoet Paul Termos pianist Guus Janssen. Samen met diens broers Paul (klarinet) en Wim (drums) vormen ze een kwartet waarin Termos aanvankelijk gitaar speelt. Pas later stapt hij over op klarinet, om bij de altsaxofoon te eindigen. De vier gaan een workshop bij bassist Arjen Gorter volgen in het Amsterdamse Oktopus. Ze delen daarnaast een voorliefde voor het combineren van (free) jazz met hedendaagse gecomponeerde muziek, een symbiose die ze in het werk van Misha Mengelberg en Theo Loevendie ook signaleren. In de Engelse gitarist Peter Cusack, die midden jaren zeventig naar Nederland komt, vinden ze een gelijkgestemde ziel. Ze gaan met hem samenspelen en het klinkend resultaat is te horen op de tweede van een serie LP's, Groups In Front Of People (1978). Het viertal (zonder broer Paul Janssen), aangevuld met bassist Raoul van der Weide, gaat deel uitmaken van het Punt Uit Orkest van trombonist Bert Koppelaar. Guus Janssen is tevens de pianist van Paul Termos' eigen kwartet, met cellist Tristan Honsinger en bassist Maarten van Regteren Altena. Van der Weide en Wim Janssen vormen de ritmesectie van Termos' trio, waarin in 1980 eenmalig de Amerikaan Ronald Shannon Jackson het drumkrukje van Wim Janssen overneemt.

1978 - 1986

Bassist Maarten (van Regteren) Altena start een nieuw kwartet, met een kamermuziek-achtige samenstelling. Naast Paul Termos zijn altviolist Maurice Horsthuis en hoboïste Maud Sauer de muzikanten. De groep is te horen op de LP's Op Stap (1980) en Pisa (1982). In 1982 komt Wolter Wierbos de plek innemen van Horsthuis. In deze nieuwe bezetting maken ze de LP's Veranda (1982) en Miere (1983). Als Altena in hetzelfde jaar naast het kwartet een octet begint, behoort Termos tot de bezetting. Hij is te horen op de eersteling Tel en op Quick Step (1986). Met Rondedans (1985) levert het kwartet zijn zwanenzang af. Erik van den Berg karakteriseert Termos' werk bij Altena als volgt in Jazzjaarboek 6: 'Paul Termos' naam is wat mij betreft definitief verbonden aan twee formidabele altsolo's in het repertoire van het Maarten Altena Octet. In de Altena-compositie Hyena draait zijn improvisatie om een dierlijk jankende, griezelig woeste uithaal in het hoge saxofoonregister; in het zangerige Buona Notte, een slaapliedje onder mediterrane sterrenlucht, bereikt zijn alt het summum aan lyriek.'

1983

Misha Mengelberg nodigt Termos uit om toe te treden tot ICP. Hij doet mee aan een programma rondom de muziek van Herbie Nichols. Het resultaat is te horen op de cassette Extension Red, White & Blue (ICP 025), en later op de CD Two Programs (ICP 026). In het saxofoonsextet De Zes Winden is Paul Termos de nieuwe altist, waardoor John Tchicai kan switchen van alt naar tenor. Termos blijft twee jaar bij deze groep van Ad Peijnenburg en is te horen op de LP Live At The Bim And More (1986). Frans Vermeerssen wordt zijn opvolger.

1984

Termos breidt zijn trio uit tot een kwintet door toevoeging van de Engelse trompettist Marc Charig en trombonist Wolter Wierbos.

1985

Op het Claxon-label verschijnt een solo-LP van Paul Termos: Solo 84-85. Kevin Whiteheads commentaar op de plaat (in zijn boek New Dutch Swing) is dat Termos zelf beweert dat zijn solo-werk dichter bij dat van Steve Lacy ligt dan bij dat van Antony Braxton, maar dat het werk van de laatste toch meer verwantschap vertoont met de composities op Solo 84-85. Net als Braxton kiest hij voor elk stuk een bepaald gebied uit om te onderzoeken, en ook het materiaal wijst richting Braxton: grote intervallen, melodieën met een kartelrandje, kernen die uitdijen en samentrekken, ritmes die uit het gelid gaan lopen, flutter tongue, multiphonics en andere bijzondere technieken, hondengeluiden en een Lee Konitz-achtige zweverigheid. Het nieuwe trio dat hij dit jaar lanceert bestaat uit cellist Ernst Reijseger en slagwerker Michael Vatcher.

1986

Gitarist Jacques Palinckx vraagt Termos als een van de twee saxofonisten voor zijn nieuwe nonet, dat simpelweg de naam Palinckx draagt, maar geen lang leven is beschoren. Op het Traction Avant-label verschijnt de enige LP van deze bezetting: Grrroeten (1987). Bassist Gijs van Dijk breidt zijn trio (met pianist Arend Nijenhuis en vibrafonist Hans Hasebos) uit tot een kwintet, met de toevoeging van Termos en drummer Han Bennink. In eigen beheer geeft hij van de groep een cassette uit, No I. Ook is Termos te horen in het nieuwe septet van zijn oude kompaan Guus Janssen. Op de LP 85....86 (1987) geeft hij op een paar tracks acte de présence. Voor zijn pianocompositie ‘Carrara’ (1985) ontvangt Termos de Aanmoedigingsprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

1987

De artistiek leider van het Bimhuis, Huub van Riel, nodigt hem uit voor de internationale ontmoeting van improvisatoren, de October Meeting. Termos komt daarnaast in contact met muzikanten uit de Hongaarse geïmproviseerde muziek: de rietblazers István Grencsó en Mihály Dresch. Ze spelen duo's en trio's.

1988

Paul Termos stelt een eigen tentet samen, waarvoor hij alle muziek schrijft. In 1989 debuteert de groep; de cd Shakes & Sounds verschijnt op het Geestgronden-label. Van Dubbel Expres, eveneens een middelgrote groep die hij in 1995 begint als opvolger van het tentet, verschijnt in 1997 de cd Death Dance Of Principles (op hetzelfde label) , waarop naast nieuwe ook nog oude opnames van het tentet staan. In beide groepen kan hij zijn muzikale voorkeuren als componist én als improvisator volledig tentoon spreiden. Zijn voorliefde voor de popmuziek van de vroege jaren zestig, en voor de 'Blue Note avant-garde' uit diezelfde periode (van muzikanten als Andrew Hill, Eric Dolphy en Bobby Hutcherson), zijn interesse in spelstructuren als basis voor improvisatie, en zijn gevoel voor lyriek vormen de bouwstenen voor de composities voor het tentet en Dubbel Expres. In beide groepen speelt de menselijke stem ook een grote rol. In het tentet is improvisator Jodi Gilbert te horen en in de latere groep twee klassiek geschoolde sopranen (Margo Rens en Janice Jackson). Als Guus Janssen van het NOS/Meervaart Festival een compositieopdracht krijgt, is Paul Termos een van de muzikanten in zijn Orchestra, dat de suite Dancing Series uitvoert. De opnamen die de NOS op het festival maakt, verschijnen op cd op Janssens Geestgronden-label.

1990

Voor het Boedapest Jazzfestival neemt Termos deel aan een tientet van de Hongaarse pianist-bassist-componist Stevan Kovacs Tickmayer, dat behalve acht Hongaren ook rietblazer Peter van Bergen in de gelederen heeft.

1991

Na een geslaagd gelegenheidsoptreden met Guus Janssen en Han Bennink besluiten de drie om als regulier trio verder te gaan. Vier jaar na de October Meeting organiseert Huub van Riel een tweede aflevering van dit evenement en opnieuw behoort Paul Termos tot de gasten.

1992

Met gitarist Wiek Hijmans en bassist Wilbert de Joode richt Termos een trio op dat zich volledig aan vrije improvisatie wijdt: De Drie Koningen.

1995

Op het Amsterdamse podium PH 31 organiseert cornettist Eric Boeren een serie concerten gewijd aan de muziek van Ornette Coleman. Voor ieder optreden voegt hij aan zijn vaste trio (met bassist Wilbert de Joode en drummer Michael Vatcher) een saxofonist toe, waarvan Paul Termos er een is. Het Bimhuis presenteert later dat jaar een samenvatting tijdens de jaarlijkse Summer Sessions onder de titel Go Dutch With Ornette. Opnames van die sessies komen uiteindelijk terecht op de door het Bimhuis-label uitgebrachte cd Cross Breeding.

1998

Met Stevan Kovacs Tickmayer (die net als Termos naast improvisator ook componist is) en drummer Geröly Tamas vormt hij een trio, dat concerten geeft in Hongarije en Joegoslavië.

2000

Paul Termos vormt een nieuw trio met bassist Carl Beukman en slagwerker Arend Niks, Amsterdam Force genaamd. In februari vertrekt het drietal naar India, waar ze concerten geven in Calcutta en Delhi. Het trio treedt ook op ter gelegenheid van de opening van de nieuwe Eduard Flipsezaal van de Rotterdamse Doelen.

2003

Bij Paul Termos is alvleesklierkanker geconstateerd en op 20 mei overlijdt hij. Ter nagedachtenis van de saxofonist slaan de labels X-OR, Geestgronden en Bimhuis Records de handen ineen, en geven op twee cd's de Termos Sessions uit. Dit betreft een duo-optreden van Termos en Misha Mengelberg in het Bimhuis op 24 mei 2002 (Volume I), en een studio-opname met gitarist Wiek Hijmans uit mei 2001 (Volume II).

2008

Ter gelegenheid van de vijfde sterfdag van Paul Termos organiseren zijn muzikale vrienden een serie concerten op diverse podia in Amsterdam. Hierbij zijn zowel uitgeschreven composities als aanzetten tot improvisaties te horen.