componist
Astrid Kruisselbrink werd op 9 februari 1972 te Velsen geboren.
Opleiding
Alvorens zij in 1993 toelating deed aan het Rotterdams Conservatorium speelde zij vanaf haar 9e jaar (klassiek en jazz) piano, later ...
gerelateerde werken
Dharmen : for ensemble, 2002 / Astrid Kruisselbrink
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blazersensemble (3-8 spelers)
Bezetting:
fl(pic fl-a) ob(eh) cl(cl-b) fg h trp trb tb
Trait d'union : for violoncello solo / Bernard van Beurden
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Cello
Bezetting:
vc
1999 : quatre prophéties de Nostradamus, pour soprano et orchestre, 1973 / par Willem Frederik Bon
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
sopr 2232 4330 timp 3perc 2hp pf str(12.12.10.8.6.)
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
0000 0040 timp 5perc str(12.12.8.8.4.) 2vl-solo
compositie
Knot : 2001, texts based on excerpts from various authors / Astrid Kruisselbrink
Overige auteurs:
Baudelaire, Charles
(tekstdichter/librettist)
Browning, Elizabeth Barrett
(tekstdichter/librettist)
Couperus, Louis
(tekstdichter/librettist)
Goethe, Johann Wolfgang von
(tekstdichter/librettist)
Kruisselbrink, Astrid
(tekstdichter/librettist)
Labe, Louise
(tekstdichter/librettist)
Levy, Amy
(tekstdichter/librettist)
Ovidius
(tekstdichter/librettist)
Parker, Dorothy
(tekstdichter/librettist)
Tsjeng (Meester)
(tekstdichter/librettist)
Woolf, Virginia
(tekstdichter/librettist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Premiere: 18-12-2001 - Paradiso, Amsterdam - Proms in Paradiso - Gerrie de Vries, Charlotte Riedijk en het Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw] - De titel van het werk duidt op verschillende betekenissen. Om te beginnen het bolletje wol, de knot wol. Welke ontstaat na het spinnen en waarna men ermee (de wol dus) kan weven. Twee belangrijke traditionele handwerken welke vrouwen altijd veel hebben gedaan. Aan de hand van teksten van Ovidius en o.a. het klavecimbel zullen deze klusjes omgezet in klank regelmatig terugkeren. Zo kennen we ook allemaal het knotje. Welke hier symbool staat voor vrouwelijke ijdelheid en haar drang om vooral veel verschillende kapsels (uiterlijken) te creëren en eventueel elkaar de loef af te steken. Deze vele verschillende (verschijnings-) vormen, o.a. naar voren komend door het hanteren van vele verschillende tekstbronnen, worden tegelijkertijd verklankt wat moet resulteren in het opeenhopen in verwarde kluwen, in het eigen haar maar ook met
elkaar, waarmee we aankomen op de Engelse betekenis van knot. Al met al ontstaat de behoefte om eens flink te beknotten. Zoals men een knotwilg de takken afzaagt tot een kale knot, waarna nieuwe flexibele wilgentakken kunnen groeien, welke overigens zeer geschikt zijn om manden van te vlechten...maar dat is wellicht iets voor een volgend stuk. - ASTRID KRUISSELBRINK