gerelateerde werken
Perturbation 2 : for saxophone sextet, winds and percussion / Hans de Jong
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Saxofoon en groot ensemble
Bezetting:
pic 2fl 2ob 2fg 5cl cl-b sax-so sax-s sax-a sax-t sax-bar sax-b 4h 4trp 4trb bar euph 2bas timp 2perc 2perc-m
Fire on Babylon : for pop-orchestra / Chiel Meijering; vocal line/lyrics by Astrid Seriese
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
2fl ob 2sax-a 2sax-t sax-b 2-4h 4trp 4trb hrp e.pf 2e.g b-g perc str voice
Mezzo tango : for fanfare band, 2004 / Hanna Kulenty
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
0000 5sax 43(-6)6(-9) crt 3(-12)flugelh 5perc
Capriccio : voor fanfare orkest, 1968 / Jo van den Booren
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
0000 4sax 2234 2crt 5bug 2altoh 2barh timp perc
compositie
Perturbation : for saxophone sextet, brass ensemble and percussion, 2001 / Hans de Jong
Overige auteurs:
Jong, Hans de
(Componist)
Bevat:
Sonore
Tourbillon
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: Kerkrade, Wereld Muziek Concours, 2001). De uitgangspunt van Sonore is een reeks van twaalf tonen die viermaal klinkt, driemaal als basis voor akkoordmateriaal, de laatste keer unisono in het orkest. De aanvankelijk strikte melodielijnen (met kwarttoonzwevingen in de saxofoons) ontsporen geleidelijk aan, hetgeen uitmondt in een variabel tempo waarbij de solisten, traag startend, individueel acceleren. Mede door een abrupt afgebroken accelerando in het orkest ontstaan tempoverschuivingen. In het daaropvolgende gedeelte wordt aan ieder van de solisten een kleur vanuit het orkest toegevoegd. Deel twee, Tourbillon, is een allegro nervoso, waarbij flarden melodie en ritmische impulsen versplinterd worden gebracht. Een reeks van twaalf akkoorden, zoals in Sonore, geeft een harmonische basis. Het langzame middendeel brengt 10 maal hetzelfde thema, echter steeds minder herkenbaar: de melodie wordt getransponeerd, gespiegeld, in de kreeftgang gespeeld en als canon gebracht en
over het orkest verdeeld. In de reprise van het allegro keert de aanvangsthematiek terug, veelal in gewijzigde vorm. De melodie van het middendeel verschijnt in bugels en hoorns, de twaalf akkoorden geven een ritmische opbouw en de saxofoons fungeren als contrast. Het slot begint met een snel unisono bij de solisten, begeleid door een koraal in het orkest. - HANS DE JONG