gerelateerde werken
Perturbation 2 : for saxophone sextet, winds and percussion / Hans de Jong
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Saxofoon en groot ensemble
Bezetting:
pic 2fl 2ob 2fg 5cl cl-b sax-so sax-s sax-a sax-t sax-bar sax-b 4h 4trp 4trb bar euph 2bas timp 2perc 2perc-m
Heroïsche ouverture : for fanfare / Theo Smit Sibinga
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
fanfare / wind orchestra
Eerste suite : suite pathétique, opus 14 A, voor fanfareorkest, 1986, revisie 1989 / Marc van Delft
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
0000 6sax 4432 8bug 2barh 2euph 4perc
My daughter's flower : voor fanfareorkest, 1982 / Rob du Bois
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
0000 4sax 4032 3crt 4bug 2barh euph timp 2perc
compositie
Perturbation : for saxophone sextet, brass ensemble and percussion, 2001 / Hans de Jong
Overige auteurs:
Jong, Hans de
(Componist)
Bevat:
Sonore
Tourbillon
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: Kerkrade, Wereld Muziek Concours, 2001). De uitgangspunt van Sonore is een reeks van twaalf tonen die viermaal klinkt, driemaal als basis voor akkoordmateriaal, de laatste keer unisono in het orkest. De aanvankelijk strikte melodielijnen (met kwarttoonzwevingen in de saxofoons) ontsporen geleidelijk aan, hetgeen uitmondt in een variabel tempo waarbij de solisten, traag startend, individueel acceleren. Mede door een abrupt afgebroken accelerando in het orkest ontstaan tempoverschuivingen. In het daaropvolgende gedeelte wordt aan ieder van de solisten een kleur vanuit het orkest toegevoegd. Deel twee, Tourbillon, is een allegro nervoso, waarbij flarden melodie en ritmische impulsen versplinterd worden gebracht. Een reeks van twaalf akkoorden, zoals in Sonore, geeft een harmonische basis. Het langzame middendeel brengt 10 maal hetzelfde thema, echter steeds minder herkenbaar: de melodie wordt getransponeerd, gespiegeld, in de kreeftgang gespeeld en als canon gebracht en
over het orkest verdeeld. In de reprise van het allegro keert de aanvangsthematiek terug, veelal in gewijzigde vorm. De melodie van het middendeel verschijnt in bugels en hoorns, de twaalf akkoorden geven een ritmische opbouw en de saxofoons fungeren als contrast. Het slot begint met een snel unisono bij de solisten, begeleid door een koraal in het orkest. - HANS DE JONG