gerelateerde werken
In Unison : Concerto for two pianos and orchestra / Joey Roukens
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
2pf-solo picc 2fl 3ob 2cl cl-b 2fg cfg 4h 3tpt 3trb timp 3perc cel str
Zou 't pijn doen : (Stevig wrijven), for 14 instrumentalists, 1988 / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
2010 2sax 2121 el.g pf el.cb
Merpasmo & Agopausa : for ensemble, 2001 / Juan Felipe Waller
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl(pic) ob 2cl cl-b fg h trp trb 2perc hp pf 2vl vla vc cb
Cantus : Version for large ensemble / Douwe Eisenga
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl ob cl fg h tpt trb tb timp hp 2vln vla vlc db
compositie
Scenes from an old memory box : for 19 players / Joey Roukens
Overige auteurs:
Roukens, Joey
(Componist)
Bevat:
Delen: 1. At Muller's bar & dance hall
2. In a sunday morning haze
3. Mad carousel
Toelichting:
Soms vindt men op een rommelmarkt of in een stoffig hoekje op zolder zo’n oude doos vol herinneringen aan vervlogen tijden in de vorm van brieven, foto’s, prentkaarten, etc. 'Scenes from an old memory box' is een soort kammerkonzert voor ensemble in drie delen, die associaties oproepen met (imaginaire) taferelen en herinneringen die men zou kunnen aantreffen in zo’n doos.
Deel I, At Muller’s Bar & Dance Hall, roept de uitgelaten sfeer op van een druk etablissement waar enthousiast gedronken, gegokt en gedanst wordt. Het soort café zoals dat in de eerste helft van de 20e eeuw in zwang was, met een pianola die er vrolijk op los tingeltangelt en een podium voor dansorkesten en variété.
In deel II, In a Sunday Morning Haze, heerst de sfeer van een nevelige zondagmorgen. De klokken van de dorpskerk zijn hoorbaar door de mist, als ook een eenzame, contemplatieve fluitmelodie. Opeens klinkt ergens uit een raam een flard van een populair liedje, waarna de muziek nog broeieriger wordt en afstevent op een climax vol zware pianoclusters.
In deel III, Mad Carousel, keert de energie van deel I terug in een soort hyperactieve draaimolen, met dolgedraaide kermismuziekjes en draaiorgelklanken, maar ook met referenties aan de ‘banale’ dance-dreunen die tegenwoordig de kermis domineren.
De muziek moet echter niet programmatisch worden opgevat, en zeker niet als een naïef- pictoriale verklanking van nostalgische plaatjes: de titels en bovenstaande beschrijvingen zijn slechts associaties die ik zelf had bij het schrijven van deze muziek, maar iedere luisteraar dient voor zichzelf zijn of haar eigen associaties te maken bij deze muziek.