componist
Joey Roukens was born in Schiedam, the Netherlands, in 1982.
Education: Roukens studied composition at the Rotterdam Conservatory and psychology at Leiden University. Roukens also studied piano privately with Ton Hartsuiker.
Compositions: ...
gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Zou 't pijn doen : (Stevig wrijven), for 14 instrumentalists, 1988 / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
2010 2sax 2121 el.g pf el.cb
Bau : for orchestra, 1970 / Jan Vriend
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl ob cl fg h trp 2trb-t 12vl 4vc 4cb
Lunapark : 2005/2006, for 16 musicians / Sander Germanus
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl ob ob-am cl-pic cl sax-a bh fg h trb perc 2vl vla vc cb
compositie
Scenes from an old memory box : for 19 players / Joey Roukens, 2010
Bevat:
Delen: 1. At Muller's bar & dance hall
2. In a sunday morning haze
3. Mad carousel
Toelichting:
Soms vindt men op een rommelmarkt of in een stoffig hoekje op zolder zo’n oude doos vol herinneringen aan vervlogen tijden in de vorm van brieven, foto’s, prentkaarten, etc. 'Scenes from an old memory box' is een soort kammerkonzert voor ensemble in drie delen, die associaties oproepen met (imaginaire) taferelen en herinneringen die men zou kunnen aantreffen in zo’n doos.
Deel I, At Muller’s Bar & Dance Hall, roept de uitgelaten sfeer op van een druk etablissement waar enthousiast gedronken, gegokt en gedanst wordt. Het soort café zoals dat in de eerste helft van de 20e eeuw in zwang was, met een pianola die er vrolijk op los tingeltangelt en een podium voor dansorkesten en variété.
In deel II, In a Sunday Morning Haze, heerst de sfeer van een nevelige zondagmorgen. De klokken van de dorpskerk zijn hoorbaar door de mist, als ook een eenzame, contemplatieve fluitmelodie. Opeens klinkt ergens uit een raam een flard van een populair liedje, waarna de muziek nog broeieriger wordt en afstevent op een climax vol zware pianoclusters.
In deel III, Mad Carousel, keert de energie van deel I terug in een soort hyperactieve draaimolen, met dolgedraaide kermismuziekjes en draaiorgelklanken, maar ook met referenties aan de ‘banale’ dance-dreunen die tegenwoordig de kermis domineren.
De muziek moet echter niet programmatisch worden opgevat, en zeker niet als een naïef- pictoriale verklanking van nostalgische plaatjes: de titels en bovenstaande beschrijvingen zijn slechts associaties die ik zelf had bij het schrijven van deze muziek, maar iedere luisteraar dient voor zichzelf zijn of haar eigen associaties te maken bij deze muziek.