gerelateerde werken
In Unison : Concerto for two pianos and orchestra / Joey Roukens
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
2pf-solo picc 2fl 3ob 2cl cl-b 2fg cfg 4h 3tpt 3trb timp 3perc cel str
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
recit sopr alt ten bas GK4 3333 4431 timp 3perc cel hp pf str
Sullima : for mixed choir, male choir and large orchestra / Israel Olman
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
GK MK orch
compositie
Rising Phenix : for chorus and orchestra / Joey Roukens; words by Henry Newbolt and Hermes Trismegistus
Overige auteurs:
Newbolt, Henry
(Tekstdichter/librettist)
Trismegistus, Hermes
(Tekstdichter/librettist)
Roukens, Joey
(Componist)
Toelichting:
Rising Phenix (2013-14) is een bijna 40 minuten durend werk voor koor en orkest. Het stuk is gebaseerd op twee verschillende teksten, die beide als thema hebben: hergeboorte, herrijzenis en transformatie. Ook de titel - de feniks die uit zijn eigen as herrijst - verwijst naar dit thema. De eerste tekst betreft het gedicht The Building of the Temple van de Victoriaanse dichter Sir Henry Newbolt, over de wederopbouw van een (vernietigde) tempel (die duidelijk symbool staat voor de tempel van de bijbelse koning Salomo). De andere tekst is een aan Hermes Trismegistus toegeschreven mystieke tekst, de Tabula Smaragdina, één van de sleutelteksten van de alchemie en hermetiek: deze tekst kan enerzijds opgevat worden als een omschrijving van het alchemistische proces (bv. de transformatie van onedele metalen in goud, maar meer algemeen ook het proces van spirituele transformatie), en anderzijds als een beknopte (oud-Egyptische) scheppingsmythe. De twee teksten houden bovendien op interessante wijze verband met elkaar: in gnostische stromingen in de Middeleeuwen en Renaissance werd de figuur Salomo vaak in verband gebracht met de alchemie en hermetiek: hij zou zijn machtige tempel alleen hebben kunnen bouwen met hulp van de ‘geheime kennis’ van de alchemie, welke terug te voeren is tot de geschriften van Hermes. Deze teksten zijn in de compositie door de componist enigszins bewerkt en door elkaar gehusseld.
Het stuk bestaat uit twee grote delen. Deel I begint met een explosieve prelude (Part Ia) waarin vooral de regel Let us build it again centraal staat: het karakter van de muziek is krachtig, energiek en optimistisch. Een zetting van de Tabula Smaragdina volgt in Part Ib. Zoals deze tekst het alchemistische transformatieproces beschrijft, zo laat ook de muziek zich beluisteren als één grote, geleidelijke transformatie van verstilde, traag verglijdende mysterieuze muziek naar zeer vitale, ritmische, geëxalteerde muziek.
Deel II begint melancholisch, reflectief en berustend. De tekst van Newbolt verwijst hier naar het met Salomo geässocieerde adagium gam ze ja’avor (‘ook dit zal voorbijgaan’) en de sfeer in de muziek is navenant. De tekst wordt op een gegeven moment donkerder van toon met woorden als terror, pain en doom. De muziek wordt eveneens geleidelijk grimmiger, opstandiger en chromatischer om te culmineren in een climax van een luid, wrang dissonant, lang aangehouden akkoord. Na de climax klaart de lucht op en keert de rust weder, maar nu is de muziek nóg serener en etherischer dan voorheen.
Ten slotte maakt de sereniteit in Part IIb (But now, with endless song…) plaats voor gejubel en hernieuwde extase en wordt het stuk vreugdevol en euforisch jubelend afgesloten in D- en E-groot, waarbij een zeker bombast niet vreemd is.
Zoals kenmerkend voor Roukens’idioom worden ook in dit werk referenties aan populaire muziek en aan ‘de grote traditie’ niet geschuwd, wat zeker toepasselijk is voor een stuk dat speciaal geschreven is voor de heropening van een gebouw waarin Bach, Wagner, Stravinsky, pop, jazz en wereldmuziek naast elkaar klinken.