gerelateerde werken
	
			Genre: 
		
		Vocaal
	
			Subgenre: 
		
		Gemengd koor
	
			Bezetting: 
		
		GK21
	
Licht en donker II : Te Deum, voor orgel, 1996 / Jan Welmers
	
			Genre: 
		
		Kamermuziek
	
			Subgenre: 
		
		Orgel
	
			Bezetting: 
		
		org
	
Ver Aeternum : Version for organ / Calliope Tsoupaki
	
			Genre: 
		
		Kamermuziek
	
			Subgenre: 
		
		Orgel
	
			Bezetting: 
		
		org
	
Invocatio : organo, 1975 / Marius Monnikendam
	
			Genre: 
		
		Kamermuziek
	
			Subgenre: 
		
		Orgel
	
			Bezetting: 
		
		org
	
compositie
				De dag daagt : for organ / Willem Boogman
			
					
										Overige auteurs:
									
									
									Boogman, Willem
									(Componist)
								
							
							Toelichting:
						
						
						De dag daagt voor orgel gaat over de ochtendschemering waarin de nacht overgaat in de dag. De zon bevindt zich dan nog onder de horizon en naarmate zij de horizon nadert wordt de hemel steeds lichter en doven de sterren. Wij kunnen steeds meer waarnemen van onze omgeving die als “een ceremonie” opdaagt, zoals prachtig verwoord in het gedicht In de vroegte [Wczesna godzina] van Wislawa Szymborska.
De dag daagt bestaat overwegend uit kleine drieklanken. Deze zijn gebouwd op de tonen van het vijfstemmig akkoord waaruit De uren bestaan. (Zie het kader hieronder.) De tonen werden gebaseerd op de frequenties van de zon (G-As-D) en de ster HD 129929 (E-Es). Uit de boventoonreeksen van deze vijf tonen werden voor ieder zeven kleine drieklanken afgeleid, vijfendertig in totaal, waaronder een aantal overlappingen.
Uiteraard dalen gedurende het stuk de van de ster afgeleide drieklanken en stijgen die van de zon. Zij bewegen eerst ten opzichte van een nachtelijke ‘horizon’ (de secunde Cis en C: de grote en kleine terts van de drieklank op A) en later ten opzichte van onze ‘dagelijkse’ horizon die door de aanbrekende dag zichtbaar is geworden (de toon G die zowel een toon van de zon is als de ‘G’ van Gea, de aarde).
Halverwege dit proces verschijnen drie muzikale gestaltes, ieder met z’n eigen tempo. Zonder elkaar te beïnvloeden worden ze zes keer herhaald waarbij ieder van hen steeds meer contouren krijgt.
Verder is er nog een te pas en te onpas opduikend motief (een dalende grote terts: B-G) als een ontijdige nachtmerrie. Deze lost echter op als het verder geleidelijk licht wordt. De muziek besluit met het moment dat de eerste zonnestraal de aarde bereikt.