gerelateerde werken
Cadenzas to piano concertos by W.A. Mozart : for solo piano, 1946-'47 / Hans Henkemans
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaaskwintet
Bezetting:
fl ob cl fg h
Pulsations : for woodwind quintet / Walter Hekster
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaaskwintet
Bezetting:
fl ob cl h fg
Wind quintet : (1972) / Oscar van Hemel
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaaskwintet
Bezetting:
fl ob cl h fg
compositie
Quintet no. 2 : voor fluit, hobo, clarinet, fagot en hoorn, 1962 / Hans Henkemans
Overige auteurs:
Henkemans, Hans
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 25-10-1963 - Amersfoort - Danzi Kwintet). Het kwintet is het tweede werk in dit genre van de componist: het eerste kwintet stamt uit 1935 en werd geschreven tijdens zijn leerjaren bij Willem Pijper.
Het onderhavige werk bestaat uit vijf delen, die zonder onderbreking in elkaar overgaan. De 'macro-structuur' van de compositie is zeer eenvoudig: de vijf onderdelen vormen een symmetrisch patroon, waarin het eerste en het daarmee overeenkomende vijfde deel als het ware de omlijsting zijn van twee zeer snelle episoden (deel II en deel IV), die weer gescheiden zijn door een zeer langzaam intermezzo, het derde deel. Aangezien dit laatste zijn thematiek weer gedeeltelijk ontleent aan het eerste - en dus ook aan het vijfde - deel en buitendien deel II en deel IV tezamen één geheel vormen, zit het stuk als met muzikale zwaluwstaarten in elkaar.
Op kleinere schaal is de bouw echter allerminst zo eenvoudig en het is ook hier de vraag of een uitvoerige analyse van de compositie het muzikale genot zal bevorderen. In betrekkelijk grove trekken kan men echter vaststellen dat het eerste deel, na een voor het gehele werk structureel van belang zijnde inleiding, blijkt te bestaan uit twee 'ontwikkelingsperioden', parallelle, nochtans onderling verschillende evoluties van talrijke melodische en motivische gegevens. Het coda, waarin onder meer de inleiding (anders geïnstrumenteerd) terugkeert, voert naar het tweede deel - allegro molto - een zeer levendig scherzo, dat tezamen met het vierde deel een totaliteit vormt, waarin men een rondo-achtige structuur kan onderkennen. Drie thema's wisselen elkaar hierin af, worden gecombineerd en geven aanleiding tot contrapuntische verwikkelingen.
Als tussenspel fungeert het langzame derde deel, dat een schijnbare driedelige vorm heeft (onderbroken door een cadens voor de fluit); schijnbaar: want in feite is hier sprake van een quasi-improviserende behandeling van de hoofdmelodie (die eerst in de hobo ligt, later in de - gesourdineerde - hoorn). Gegevens uit het eerste deel komen hier herhaaldelijk voor.
Het vierde deel is, zoals gezegd, het complement van het tweede deel. Het tempo is precies vier keer zo snel als dat van het derde deel, waardoor een haast onmerkbare overgang van III naar IV wordt mogelijk gemaakt.
Het vijfde deel, ten slotte, fungeert als coda, van het gehele werk. Het is, evenals het eerste deel, in een ietwat pastorale sfeer geschreven. Reminiscenties uit dit deel, alsmede een tamelijk gemarkeerd, scherp ritmisch eigen thema, dat drie keer optreedt, bepalen hier de structuur. Tegen het einde keert de inleiding van het eerste deel in zijn geheel terug, waarna vier maten in snel tempo (dat van deel II en IV) als het ware een streep onder de compositie zetten. - HANS HENKEMANS