gerelateerde werken
Oneliner : for organ (version for mean tone tuning) / Andries van Rossem
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Concerto : for piano and 16 instruments, 1992 / Janine Mehrtens
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en groot ensemble
Bezetting:
1111 1100 timp xylmar tub-bells cel hp 2vl vla vc cb pf-solo
Montage : piano [en] instrumentaal ensemble, 1977 / Huib Emmer
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en groot ensemble
Bezetting:
0230 sax-a sax-t 2120 mar g-b ham.org vl 2vla vc 2cb pf-solo
Khayal : concerto for piano and ensemble/chamber orchestra, 1996 / Sinta Wullur
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest; Piano en orkest; Piano en groot ensemble
Bezetting:
1121 1110 2vl vla vc cb / str pf-solo
compositie
Concerto : for piano and chamber orchestra / Andries van Rossem
Overige auteurs:
Rossem, Andries van
(Componist)
Toelichting:
Vormbeschrijving (deel een en twee): Het eerste deel is opgebouwd uit drie subdelen; een korte, langzame inleiding, een lang middendeel in een snel tempo en een kort afsluitend deel in een langzaam tempo. In het middendeel domineert de concerterende pianopartij. Het tweede deel is ook opgebouwd uit drie subdelen: een lang eerste deel in langzaam tempo, een kort deel in een snel tempo en een lang slotdeel in een langzaam tempo. De piano komt eerst in de loop van dit slotdeel tot klinken.
Vormbeschrijving derde deel: Het derde deel wordt ook opgebouwd uit drie delen; een pianosolo deel in een langzaam tempo, waarin het materiaal uit het voorafgaande slot van deel twee in de vorm van een lyrische solocadens wordt ontwikkeld. In een vervolgdeel –tempo moderato- voegen de instrumenten van het ensemble zich geleidelijk aan als nieuwe solisten bij de hoofdsolist. Dit zal het langste en meest complexe deel zijn. Noodzakelijkerwijs, wil het idee van een samenspel met diverse solisten tenminste expressief worden. In een afsluitend deel –tempo allegro- wordt het concerterende idee op de spits gedreven, waarbij de pianopartij virtuoos en dominant is en zich beurtelings verhoudt met diverse formaties binnen het ensemble.
Esthetiek: In een recensie naar aanleiding van de uitvoering van het eerste deel wordt de invloed van Stravinsky genoemd en dat is niet onterecht. In het werk spelen diverse motieven een rol, ook letterlijk motieven uit het werk van Stravinsky. Vallen motieven van Stravinsky op in deel één, in deel twee zijn de harmonieën ontleend aan een model (te weten een akkoord van Schönberg uit zijn opus 16).
De opzet was deze herkenbare modellen zodanig met elkaar uit te wisselen dat de samenhang van de compositie als autonoom esthetisch object er niet onder lijdt. Het idee is niet rapsodisch, maar beoogt een transformerende behandeling van traditionele elementen ter wille van een stilistische en compositorische eenheid.