gerelateerde werken
Pier & ocean : for 10 wind instruments, 1988 / Andries van Rossem
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blazersensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2fg 2h
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en groot ensemble
Bezetting:
2232 sax-s 0320 pf-solo
Alexandre's concerto : for piano, wind instruments, percussion, 1978 / Jacques Bank
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en groot ensemble
Bezetting:
3222 3210 3perc pf-solo
Ghosting Pantaleon : Concerto for piano and large ensemble / Elmer Schönberger
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en groot ensemble
Bezetting:
pf-solo 3cl cl-b/cl-cb trp 2h trb tb 2perc cel hp cimb str
compositie
Concerto : for piano and chamber orchestra / Andries van Rossem
Overige auteurs:
Rossem, Andries van
(Componist)
Toelichting:
Vormbeschrijving (deel een en twee): Het eerste deel is opgebouwd uit drie subdelen; een korte, langzame inleiding, een lang middendeel in een snel tempo en een kort afsluitend deel in een langzaam tempo. In het middendeel domineert de concerterende pianopartij. Het tweede deel is ook opgebouwd uit drie subdelen: een lang eerste deel in langzaam tempo, een kort deel in een snel tempo en een lang slotdeel in een langzaam tempo. De piano komt eerst in de loop van dit slotdeel tot klinken.
Vormbeschrijving derde deel: Het derde deel wordt ook opgebouwd uit drie delen; een pianosolo deel in een langzaam tempo, waarin het materiaal uit het voorafgaande slot van deel twee in de vorm van een lyrische solocadens wordt ontwikkeld. In een vervolgdeel –tempo moderato- voegen de instrumenten van het ensemble zich geleidelijk aan als nieuwe solisten bij de hoofdsolist. Dit zal het langste en meest complexe deel zijn. Noodzakelijkerwijs, wil het idee van een samenspel met diverse solisten tenminste expressief worden. In een afsluitend deel –tempo allegro- wordt het concerterende idee op de spits gedreven, waarbij de pianopartij virtuoos en dominant is en zich beurtelings verhoudt met diverse formaties binnen het ensemble.
Esthetiek: In een recensie naar aanleiding van de uitvoering van het eerste deel wordt de invloed van Stravinsky genoemd en dat is niet onterecht. In het werk spelen diverse motieven een rol, ook letterlijk motieven uit het werk van Stravinsky. Vallen motieven van Stravinsky op in deel één, in deel twee zijn de harmonieën ontleend aan een model (te weten een akkoord van Schönberg uit zijn opus 16).
De opzet was deze herkenbare modellen zodanig met elkaar uit te wisselen dat de samenhang van de compositie als autonoom esthetisch object er niet onder lijdt. Het idee is niet rapsodisch, maar beoogt een transformerende behandeling van traditionele elementen ter wille van een stilistische en compositorische eenheid.