gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Over the moon : for harpsichord, 1996/1997 / Caroline Ansink
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Klavecimbel
Bezetting:
cemb
Hexa : voor twee ensembles, 1984 / Henk van der Meulen
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Vocaal ensemble (2-12) en groot ensemble; Zangstem(men) en multimedia met of zonder instrument(en)
Bezetting:
ensemble 1: sopr eh cl-b trb el.g el.pf vc ensemble 2: sopr/alt eh cl-b trb el.g(g-b) el.pf ham.org vc electronics
Let The Beat Begin : Version for bassoon and string orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fagot en strijkorkest
Bezetting:
fg-solo str
compositie
Moeilijkheden : blazers, piano, 1977 / Klaas de Vries
Overige auteurs:
Vries, Klaas de
(Componist)
Toelichting:
Moeilijkheden werd geschreven voor het orkest 'De Volharding', een collectief bestaande uit zowel klassiek geschoolde musici als uit jazz-musici, dat zich bezighoudt met een alternatieve muziek praktijk. Het laatste behelst onder andere het spelen op straat, in buurthuizen, tijdens demonstraties en dergelijke. Dat dit gevolgen heeft voor het soort muziek, dat tot klinken gebracht wordt, spreekt vanzelf. 'Luid en duidelijk', zo zou je grofweg de muziek van 'De Volharding' kunnen omschrijven. De opzet van Moeilijkheden berust dan ook voor een deel op de spanning tussen dit gegeven en mijn eigen meer naar complexiteit neigende componeren. Een globale omschrijving van de belangrijkste ontwikkeling in het stuk luidt: uit een eenvoudige, unisono gespeelde melodische kern in noten van gelijke duur ontstaat door ritmische en melodische verschuivingen een geleidelijk steeds complexer wordend klankbeeld. Dit proces wordt één keer onderbroken door een koraal-achtig middendeel, contrasterend in dynamiek en samenklank. Het koraal heeft door zijn specifieke vorm en uitvoeringspraktijk (primitief gezegd: allen tegelijk één ritme en één melodie) iets te maken met de muziek en het musiceren van 'De Volharding.' Kort voor het slot bereikt het stuk zijn grootste complexiteit, wanneer drie frasen van ongelijke lengte, verdeeld over drie groepen blazers ten opzichte van elkaar verschuiven. De frasen worden net zo lang herhaald tot zij weer terugkeren in hun uitgangspositie. Dit levert zodanige ritmische complicaties op dat een uitvoering zonder dirigent (zoals bij 'De Volharding') op grote problemen stuit. Het stuk heeft duidelijk twee kanten: het is 'recht voor zijn raap' (opzettelijke primitiviteit) en tegelijk gebaat bij een zo exact mogelijke weergave. - KLAAS DE VRIES