gerelateerde werken
In Unison : Concerto for two pianos and orchestra / Joey Roukens
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
2pf-solo picc 2fl 3ob 2cl cl-b 2fg cfg 4h 3tpt 3trb timp 3perc cel str
Perfectly Hopeless : e-composition / Marijn Simons
Genre:
Onbekend
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
e-comp
Music for an alien of extraordinary abilities : e-composition / Marijn Simons
Genre:
Onbekend
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
e-comp
Prelude and Ballad : for orchestra / Michael Fine
Genre:
Onbekend
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2fg 2h 2tpt 2trb trb-b tb timp perc hp pf str
compositie
Symphony No. 1 (Kaleidoscopic) : for orchestra / Joey Roukens
Overige auteurs:
Roukens, Joey
(Componist)
Bevat:
Always with forward motion
Ayre
Scherzo: Night Flight
Landscape
Toelichting:
Mijn eerste symfonie is geschreven voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Het is een werk in vier delen van ongeveer 42 minuten, mijn langste zuiver orkestrale werk tot nu toe. De symfonie is een soort samenvatting of 'caleidoscoop' van al die muzikale interesses en technieken die me de afgelopen tien jaar hebben beziggehouden. Zo horen we in het eerste deel mijn kijk op het postminimalisme, echo's van oude muziek in het tweede deel, mijn fascinatie voor snelheid en motoriek, additieve ritmiek in het scherzo en mijn voorliefde voor langzaam bewegende adagio's (in de trant van Sibelius of Mahler) in het laatste deel. Net als veel van mijn orkestwerken wordt deze symfonie gekenmerkt door grote contrasten en een bonte verzameling van kleur en expressie. Hoewel de vier delen heel verschillend lijken, komen ze toch uit hetzelfde zaadje. Zo begint elk deel met precies dezelfde harmonische toestand: hetzelfde beginakkoord, hetzelfde akkoordenschema, kortom hetzelfde muzikale DNA waaruit in elk van de vier delen een ander organisme ontstaat.
Het eerste deel (‘Always with forward motion’) begint geheimzinnig en rustig pulserend. Een tapijt van overlappende lagen van pulsen ontvouwt zich. Aanvankelijk lijkt een lange dunne melodielijn in de violen de muziek naar een meer melodische kant te leiden, maar al snel neemt het ritmische, pulserende aspect de muziek over en wordt de ritmische drive gaandeweg sterker en opzwepender. Tegen het einde van het deel bouwt een processie-achtige passage met paukenpuls en schetterende hoorns op naar een climax.
Het tweede deel (‘Ayre’) brengt de luisteraar in heel ander, veel rustiger vaarwater. Na een dromerige inleiding klinkt in de hobo een lyrische, songachtige melodie tegen een harmonische achtergrond van de strijkers. Terwijl ik het schreef, had ik associaties met oude Elizabethaanse ayres (airs), zoals die van John Dowland. De melodie verschuift constant van kleur en wordt gaandeweg grilliger, intenser en energieker tot het punt waarop de muziek even dreigt te ontsporen.
Het derde deel ('Scherzo: Night Flight') is een zeer energiek en ritmisch geprofileerd deel, waarin ik me een soort 'rollercoaster ride' door de nacht over een bruisende stad voorstel, met muziek die donker van toon is maar kleurrijk en vol onregelmatige maatsoorten en groteske, carnavaleske elementen.
Het laatste deel ‘Landscape’ is een zeer langzaam deel (tempo-aanduiding lentissimo) dat heel delicaat en klein begint, met een dunne orkestrale textuur die wordt gedomineerd door percussie (xylofoon, marimba), piccolo, harp, piano en pizzicato violen. Gaandeweg wordt de muziek groter, zwellender en weidser om uiteindelijk een zeer uitgestrekt en majestueus landschap op te roepen, om vervolgens weer uit te dunnen en terug te keren naar de kleine, fragiele klank waarmee de beweging ook begon.
De symfonie eindigt zoals ze ook begon: met een enkele ijle, hoge noot D.