gerelateerde werken
Chaconne : voor fluit en contrabas / Marinus Kasbergen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijkinstrument(en)
Bezetting:
fl cb
World within world / Will Eisma
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijkinstrument(en)
Bezetting:
ob vl vla vc
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijkinstrument(en)
Bezetting:
cl 2vl vla vc
Hommage à Milhaud : pour flûte et quatuor à cordes, 1948 / Jurriaan Andriessen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijkinstrument(en)
Bezetting:
fl 2vl vla vc
compositie
3 episodes : voor fluit, viool, altviool [en] violoncel / Marinus Kasbergen
Overige auteurs:
Kasbergen, Marinus
(Componist)
Bevat:
Liberamente
Adagio
Molto vivace e leggiero
Toelichting:
Program note (Dutch): De drie episodes vertegenwoordigen een fase in het muzikale denken van de componist, die het beste omschreven kan worden als een zoeken naar evenwicht tussen een zeer strenge structuur enerzijds en een vreugde in klankraffinement en speelse virtuositeit anderzijds. In de eerste episode ligt het accent op de structuur, Na een langzame, sfeerbepalende inleiding, speelt de rest van dit deel zich in een sneller tempo af. Het klankbeeld is voor een groot gedeelte opgebouwd uit canons. Deze canons zijn lang niet altijd hoorbaar, maar zij verlenen aan de compositie een zekere mate van strengheid en abstractie. De eerste episode is dan ook, zeker bij het eerste horen, geen eenvoudig stuk voor de luisteraar. De tweede episode heeft een veel lossere opzet. Het accent ligt hier op de klank. De structuur is eenvoudig: a b c b' a'. Het stuk opent met de volledige kwartetklank (a). Daarop volgt een duo voor fluit en altviool. De c, het centrum van de compositie, is een fluitsolo, onderbroken
door pizzciato tonen op de viool en altviool. De cello zet hier een langgerekte lijn tegenover. Het duo keert veranderd terug, nu gespeeld door cello en viool (b'). Het stuk sluit af met een reminiscentie aan het begin (a'). De derde episode benut hetzelfde materiaal als de eerste, maar de uitwerking is geheel anders. Ook hier klinken canons, ze zijn echter ondergeschikt gemaakt aan een felle, bijna obsederende, ritmiek. Het accent in deze compositie ligt dan ook op de beweging en de virtuositeit. Wanneer aan het einde van dit deel de bewegingsstroom stokt, blijft er in feite niets over, zodat het geheel kan verstillen in een verre herinenring aan de inleiding van de eerste episode. - MARINUS KASBERGEN