gerelateerde werken
Trio : op. 64, voor fluit, hobo, fagot, Amsterdam, voorjaar 1958 / Wolfgang Wijdeveld
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Houtblazersensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fl ob fg
Raging, building : for violin and piano, 1994, revision 1995 / Martijn Voorvelt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Sonate : voor viool en piano / Sem Dresden
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Six sonatas for violin and continuo : opus IVa / edited by Robert L. Tusler, Willem de Fesch
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl bc
compositie
Sonate : voor viool en piano / Wolfgang Wijdeveld
Overige auteurs:
Wijdeveld, Wolfgang
(Componist)
Bevat:
Allegro precipitoso
Larghetto
Presto scherzando
Toelichting:
Het eerste thema van de Sonate die aan de Hongaarse violist Thomas Magyar is opgedragen, is van een indringend en ritmisch Hongaars karakter. Het is een woest geprikkeld gegeven, dat in de doorwerking nog een grote rol speelt en daar in de piano verschijnt, terwijl de violist de ritmen overneemt, die de piano in de aanvang speelde: een moeilijk gedeelte die doorwerking. Het tweede gegeven (tweede thema) is van een sterk indringend lyrisch karakter met een uit vallende en stijgende tertsen opgebouwde melodie. Tibor Serly, Hongaars-Amerikaans componist en vriend was in die tijd al jaren bezig met de constructie van een nieuw uit tertsen opgebouwd harmonisch systeem, dat hij 'Modus lascivus' noemde. Zijn theorie was nog niet gepubliceerden geheim. Toen hij dit werk hoorde, riep hij verbaasd en enthousiast: 'But that's Modus!' Om aan te geven dat een componist intuïtief 'Modus' gebruikte en dus zijn harmonische theorieën juist waren. Ook Géza Frid, een andere vriend, sprak over al diens werk altijd van 'de Wijdeveldse tertsen.' In het Coda van het eerste deel komt dan het heftige eerste thema nog eens zeer zeer zacht terug ... als een uitloper... Het tweede deel van de Sonate begint met een ontroerende (heden ten dage vrijwel verboden) emotie. Bij deze melodie buigt de violist zich als vanouds met diepe expressie over zijn snaren, terwijl de piano een begeleidende functie heeft. Wat opvalt te midden van deze zangrijke melodie is het plotseling optreden van een pizzicato fragment uitmondend in een z.g. Bartók-pizzicato, dat is: twee tonen, waarvan de eerste wordt getokkeld en door glijden aan de tweede verbonden. Het Scherzo, dat in vele Sonates een apart deel is, vormt hier tevens de Finale: Presto scherzando. Het is een wilde virtuoze Toccata, waarin de viool op een gegeven moment een cadens gaat spelen ondersteund door lang aangehouden zware akkoorden in de piano. Tenslotte loopt het stuk in een ritmisch geaccentueerde werveling hevig ten einde. - WOLFGANG WIJDEVELD