componist
Jan Vriend is van meet af aan een muzikale alles-eter die een uitgesproken modernistische benadering combineert met een open oor en oog voor het belang en de noden van een ...
gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Andere combinaties van strijkers en toetsinstrument
Bezetting:
pf vl vla vc cb
Five : oboe, clarinet, bassoon, horn [and] piano, 1977 / Jacques Bank
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blazersensemble en toetsinstrument (3-8 spelers)
Bezetting:
ob cl fg h pf
Drie recitatieven : for flute, alto recorder and harpsichord, 1969 / Matty Niël
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blazersensemble en toetsinstrument (3-8 spelers)
Bezetting:
rec-a fl cemb
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blazersensemble en toetsinstrument (3-8 spelers)
Bezetting:
sax-s/cl sax-t/cl-b/fg pf
compositie
Vectorial : for six wind instruments and piano, 1982/83, (revision 1987) / Jan Vriend
Toelichting:
Program note (Dutch): Vectorial is geschreven op verzoek van een aantal musici uit het ASKO Ensemble, vandaar de eigenaardige bezetting.
In zijn huidige vorm (dit stuk is eigenlijk het eerste deel van een compositie die oorspronkelijk uit 3 delen zou bestaan) is Vectorial een slagveld tussen een op hol geslagen piano en de overige instrumenten die hem tot zwijgen proberen te brengen. Daarvoor doen zij zo'n 12 pogingen waarna niet alleen de piano maar ten slotte iedereen uitgeput neerstort.
De pianomuziek bestaat aanvankelijk uit 3 lagen en de blazers met de harp proberen op allerlei manieren vat te krijgen op één van die lagen. Al hun pogingen verlopen volgens het patroon: 'hoe we ook beginnen, we moeten in elk geval aan het eind van elke poging tot overeenstemming komen, d.w.z. in een homogeen gedrag samen komen.' Zo kregen ze de piano trouwens überhaupt op gang (X1). In X5 is de hobo de eerste die ontdekt hoe dicht bij één van die lagen te komen. De overige instrumenten volgen tot ze deze laag (in het sustaining pedaal) bij wijze van spreken volledig opslorpen, absorberen.
De piano vervolgt dan met de 2 overgebleven lagen (één met een staccato-, en de ander met een legato-identiteit).
Het ensemble probeert er weer één te pakken te krijgen en in X9 lukt het om de legato-laag uit te schakelen door deze van onder en van boven als het ware samen te persen. In X12 maakt het ten slotte korte metten met de overgebleven, halsstarrige staccato-laag. - JAN VRIEND