gerelateerde werken
Canto Ostinato : voor toetsinstrumenten, 1976-79 / Simeon ten Holt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
4pf
Pas à Pas : pour piano / Karel Goeyvaerts
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Pianomuziek I t/m IV : 1966/67 / Gilius van Bergeijk
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Étude Stefkowi Aschkenasenni : for piano / Ignace Lilien
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Interpolations : 1969, voor piano / Simeon ten Holt
Overige auteurs:
Holt, Simeon ten
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Tot op heden laatste stuk van een aantal structuralistische voor conventionele instrumenten geschreven composities (1964-69), waarin de a-tonaliteit expliciet tot beginsel is verklaard. In de dialoog tussen subject en object ligt het accent op de betrokkenheid van het ik op de ander. De exclusieve persoonlijke mededeling maakt plaats voor de informatie van het (muzikale) materiaal dat de spiegel wordt, in plaats van de hard-horigheid van het ik, van de saam-horigheid der betrokkenheid. De insluiting van het tonale systeem is verbroken en de vorm, ontsloten, wordt bepaald door de specifieke structuur van de relatiemodaliteit. Het bewustzijn, ontsloten op het domein van het engagement (engagement primair beoordeeld door de aard van de relatiestructuur, de mentaliteit, en daarna door de hoeveelheid barricaden die worden beklommen), verwerft het besef dat vrijheid pas kan bestaan met de vrijheid van de ander en dat deze alleen reëel kan zijn indien gefundeerd in een aan de
objectgerichte relatiestructuur ontsprongen (sociale) universele creativiteit. Het persoonlijke voornaamwoord Ik, niet alleen in de muzikale taal, wordt opgelost en verliest zijn structurele functie. Als archaïsche curiositeit zal het nog bruikbaar zijn in taalspelen en esthetiserende poëzie, in bankgebouwen en andere bolwerken van het bezit. Toch menen we dat met de Interpolations de geschiedenis zich niet in het heden heeft ingehaald, de assimilatie van het ik niet voltrokken is, en het stuk kenmerken draagt van een mentaliteit die we situeren in een fase van ontwikkeling voor 'het keerpunt'. We herkennen dat in het impliciete streven naar eenmaligheid, in de aanspraken van het 'product zijn' in het werk. Het 'maatschappelijk relevant' zijn - wat we niet zoeken in de al of niet bruikbaarheid van het stuk voor amateurs, voor grauwe ziekenhuizen of wachtkamers van gemeentehuizen - is niet bereikt omdat de vorm, hoezeer het ontsluiting nastreeft, een in-sluitende en de ander
uit-sluitende functie en werking heeft. Het verlengde van deze ontwikkeling zien we, behalve in het werk met elektronisch verwekte klankmiddelen, in de experimenten met de studenten aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem. Deze experimenten, verricht met mensen (ook) zonder muzikale basiskennis maar ontvankelijk en behept met een voorwaardelijke mentaliteit, tonen de enorme perspectieven, ook in het sociale aspect, van de groepsimprovisatie, en de groepscompositie. Historisch alleen denkbaar buiten de orde van het tonale, buiten de orde van het aan het klassieke notenschrift en de gelijkzwevende temperatuur gebonden systeem. Met de intrede van de aan een objectgerichte relatiestructuur ontspringende chromatiek is - wat tot dusverre met de tonale structuur impliciet was uitgesloten - voor de muziek de maatschappelijke relevantie, zo niet volledig verworven, althans als perspectief ontsloten. - SIMEON TEN HOLT