componist
"De titel van Flothuis' 'Zoeken naar zuiverheid en schoonheid', zijn 'in memoriam' voor zijn vriend Witold Lutoslawski, zou eigenlijk ook als motto voor Flothuis' eigen composities kunnen staan. Helderheid en ...
gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Three preludes : for orchestra, 1993-1994 / Tristan Keuris
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
fl 2fl(pic) 2ob eh 3cl cl-b 2fg cfg 4h 3trp 3trb tb timp 3perc hp str(14.12.10.8.8.)
Out of control : for orchestra / Joey Roukens, 2010
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2fl(pic) 3ob 3cl 3fg 4h 4trp 3trb tb timp 3perc pf(cel) hp str(16.14.12.10.8.)
un momento indugiò : for symphonic orchestra / Andrzej Kwiecinski
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl(fl-a) 2ob 2cl 2fg(cfg) 4h 3trp 3trb tb 4perc hp pf str
compositie
Spes patriae : sinfonietta voor klein symfonie-orkest, op. 62 / Marius Flothuis
Bevat:
Allegro con spirito
Passacaglia con intermezzi (Andante tranquillo)
Allegro vivace e impetuoso
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 17-1-1963 - Bergen - Nederlands Studenten Orkest o.l.v. Jan Brussen). De bestemming van het stuk legde mij een zekere beperking op ten aanzien van de bezetting en tijdsduur, voor het overige was ik geheel vrij. De bezetting is dubbel hout, twee hoorns, twee trompetten, pauken, slagwerk en strijkers. De titel 'Spes Patriae' leek mij zinrijk voor een stuk dat door studenten van onze universiteiten moet worden gespeeld.
In de drie delen ligt het accent telkens op een ander element van de muziek: in het eerste deel op de harmonie, in het tweede op de melodie, in het derde op het ritme - waarbij overigens op te merken is dat het melodische element ook in deel I en III allerminst verwaarloosd wordt.
Als ik van de drie delen een karakteristiek moet geven zou het deze zijn:
I: driftig - voortvarend;
II: naar binnen gekeerd;
III: uitgelaten.
Het eerste deel is vijfdelig (schematisch aan te duiden als a - b - a' - c - a''). Het intermezzo b geeft houtblazers gelegenheid tot solistische ontplooiing, c is voornamelijk aan de strijkers toevertrouwd.
Het tweede deel is een Passacaglia met twee intermezzi en is dus ook vijfdelig. De intermezzi zijn respectievelijk aan hout- en koperblazers toegewezen.
Wie goed tellen kan, zal opmerken dat het basis-thema van de Passacaglia een twaalftonen-melodie is. Er is verder geen reden tot ongerustheid: het tonale centrum van dit stuk is d, dat van I en III: es.
Het derde deel is driedelig. Het middenstuk staat in 10/8 maat (3 + 4 + 3), de omsluitende delen in 14/8 maat (3 + 4 + 4 + 3). - MARIUS FLOTHUIS