gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Naima suite : for orchestra, 1986 / Theo Loevendie
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic 2fl 2ob eh 2cl cl(cl-b) sax-a 2 fg cfg 4h 2trp 2trp(pic) tb timp 3perc hp pf(cel) str
Divertimento : (juli 1949) / Cor de Groot
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 3331 4perc hp pf str
Symphony Nº 1 : for orchestra / Marijn Simons
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic fl fl(pic) 2ob eh 2cl cl-b 2fg fg-cb 2sax 4h 4trp 3trb tb 6perc 2hp pf str
compositie
Symfonische muziek : op. 59, voor groot orkest, 1957 / Marius Flothuis
Overige auteurs:
Flothuis, Marius
(Componist)
Bevat:
Allegro
Adagio molto espressivo, un poco strascinante
Allegro agitato
Andante maestoso
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 18-6-1958 - Amsterdam - Concertgebouworkest o.l.v. Eduard van Beinum) - Het werk bestaat uit vier delen, die twee aan twee zijn gegroepeerd; na het tweede deel volgt een korte onderbreking.
Allegro. Het eerste deel heeft het karakter van een scherzo met trio. Het scherzo is gecomponeerd als een vrijwel ononderbroken crescendo. Het trio brengt in zekere mate ont-spanning, al worden hier tegen de lange strijkersmelodie op de achtergrond motieven uit het scherzo gehoord. De reprise van het scherzo verloopt analoog aan de expositie, maar begint op een ander dynamisch plan (piano inplaats van pianissimo); de instrumentatie is uitgebreid. Op het hoogtepunt laten hoorns, trompetten en trombones hun vermanende stem horen, dan volgt na een korte overgang, waarin de pauken op de voorgrond treden: Adagio molto expressivo, un poco strascinante, een driedelige treurmuziek, waarmee de eerste afdeling afgesloten wordt. Thematisch verwant hiermee is het begin van: Allegro agitato. Dit deel is heftig en nerveus van karakter. De opzet is vijfdelig, van de vijf afdelingen is de tweede slechts een snel voorbijgaande, de vierde echter een zeer uit-gebreide episode, de derde en vijfde zijn
gewijzigde herhalingen van de eerste. Aan het eind van de vijfde wordt weer een hoogtepunt bereikt, weer laten de pauken zich solistisch horen, ditmaal echter om de weg vrij te maken voor:
Andante maestoso, een passacaglia waarin het innerlijke evenwicht hervonden wordt. Violoncellen en contrabassen laten de basis horen van het passacaglia-thema dat daarna door twee harpen, fluit en basklarinet geïntroduceerd wordt. De zeven daarop volgende variaties veranderen slechts zeer weinig aan de harmonische structuur van het thema, des te meer daarentegen aan de melodische lijnen, terwijl bovendien elke variatie zijn eigen instrumentatie heeft. Een korte coda besluit het werk in positieve zin. - MARIUS FLOTHUIS