gerelateerde werken
Variations : for piano and strings, 1981 / John Borstlap
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en strijkorkest
Bezetting:
str pf-solo
2 liederen voor hoge stem : (zang, piano), 1957 / Henk Bijvanck
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
high pf
Tres poemas negros : pour chant et piano / Ignace Lilien
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
zang pf
Sommerneige : lied voor lagere stem en piano, gecomp. in 1968 / (tekst Eugenie Fink), Henk Bijvanck
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
low pf
compositie
Sechs chinesische Gedichte : für Stimme und Klavier, 1982, (rev. 1999) / (Nachdichtungen von Klabund), John Borstlap
Overige auteurs:
Klabund
(Tekstdichter/librettist)
Li T'Ai Po
(Tekstdichter/librettist)
Su-Tung-Po
(Tekstdichter/librettist)
Borstlap, John
(Componist)
Bevat:
Improvisation I
Improvisation II
Der Silberreiher
Der zahme Vogel
Auf dem Fluss
Die Kaiserin
Toelichting:
Program note (Dutch): De teksten van deze liederen zijn van diverse dichters uit de Chinese oudheid, die uitmunten door beknoptheid en lyrische poëzie, in een vertaling van de Duitse dichter Klabund (begin 20e eeuw). De muziek tracht de subtiliteit en verfijning van deze universele poëzie te vangen, zij het in complexe miniaturen, in stemmingsbeelden, in romantische lyriek of in meer letterlijke 'toonschildering' - alles met de enigszins afstandelijke stilering die de Chinese kunst in het algemeen karakteriseert. 1. Improvisation I (anoniem): Een beeld, bijna als een Japanse haiku, van een tedere lenteregen op perzikbloesems. 2. Improvisation II (anoniem): Een minnaar vergelijkt het contrast tussen de beweeglijke libelle en het gladde oppervlak van het water waarover deze zweeft, met de tegenstelling tussen zijn eigen gevoelens en de koelheid van zijn geliefde. 3. Der Silberreiher (Li-tai-pe): Een herfsttafereel. De dichter staat bij een verlaten vijver waarboven een oude reiger cirkelt, en tuurt met
de hand boven de ogen in de stille weidsheid van het landschap. 4. Der zahme Vogel (Su-tung-po): Een minnaar toont zijn geliefde een tamme zangvogel in een kooitje. Maar zij laat de vogel vrij - waarop deze terugkeert in de kooi, en zingt over haar schoonheid. 5. Auf dem Fluss (anoniem): In de lente zit de dichter met zijn geliefde in een kostbare boot, onder een diepe, blauwe hemel die in het water wordt weerspiegeld. Hij zingt voor haar, speelt fluit. De nacht is gevallen; het tafereel lost zich op in een volledige harmonie met de natuur. 6. Die Kaiserin (Li-tai-pe): In een herfstnacht betreedt de keizerin een paviljoen. Ze laat de voorhang achter zich neervallen, huivert vanwege de eerste winterkoude, en kijkt - bevangen door een diepe melancholie - naar de rode maan. (In de Chinese traditie is een vrouw die in de herfst naar de maan kijkt, een symbool voor het verglijden van de tijd, voor de naderende ouderdom. Dit gedicht is op te vatten als een metafoor voor vergankelijkheid.) -
JOHN BORSTLAP