gerelateerde werken
The Memory of Roses / Louis Andriessen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano; Piano 4 handen; Viool en toetsinstrument
Bezetting:
pf / pf4h / vl pf / vc / ob trb glock / hp / voice pf / sopr fl vc / GK4
Je maintiendrai ... : suite de l'opéra, pour orchestre, 1999 / Ton de Kruyf
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 sax-a 2221 3perc hp man pf str
Cheers! : for orchestra / Luc Brewaeys
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2fg 4h 3trp 2trb tb timp 2perc hp pf str
Corteggio : -1958- / Nico Schuyt
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3222 4331 2perc hp str
compositie
Ittrospezione II : per orchestra, Milano 5 marzo 1963 / di Louis Andriessen
Overige auteurs:
Andriessen, Louis
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Ittrospezione II voor groot orkest schreef ik een aantal jaren geleden. Het was een van mijn eerste 'officiële' opdrachten: naar aanleiding van de compositieprijs aan het Conservatorium van Den Haag kreeg ik van het Ministerie een opdracht voor een orkestwerk. Ik heb het in Milaan afgemaakt, in de tijd dat ik bij Luciano Berio studeerde. Nu ik het stuk terugzie valt het me op dat het over tegenstellingen gaat. In de eerste plaats compositorisch: het stuk bestaat uit 'blokken' instrumentengroepen (dus ook instrumentale tegenstellingen) die voortdurend eenzelfde samenklank herhalen en worden afgewisseld of overlapt door andere groepen, die vaak hetzelfde muzikale materiaal hebben. In zekere zin heeft het stuk dus een statisch karakter, vandaar ook de titel, inclusief schrijffout - introspectie. Maar binnen zo'n blok zijn de onderlinge partijen zeer dynamisch, dikwijls zeer virtuoos en moeilijk te spelen; de beweging speelt zich naar binnen toe af. Dan de tegenstelling in de
speelwijze: de musici spelen of een aangehouden toon, of een groep snelle staccato-tonen, maar nooit een combinatie van die twee; bovendien: normaal legato-spel komt in het hele stuk niet voor. Alle partijen zijn solistisch van aard en dienen ook zo opgevat te worden, dat is ook een tegenstelling ten opzichte van het apparaat symfonieorkest, waar het stuk voor geschreven is. Een tegenstelling is ook de klank van het stuk en de vorm. Het is tot in de kleinste details georganiseerd, terwijl de klank vaak een impulsief karakter draagt. Zo zijn er meer voorbeelden, maar de hoofdtegenstelling in het stuk is die tussen kabaal (het werk is gebouwd op vier Tutti, die in een gulden snede verhouding tot elkaar staan) en stilte (halverwege beginnen er gaten te vallen). Al deze tegenstellingen zijn nogal plat en primitief toegepast, en dat is weer in tegenstelling tot de complexiteit van het muzikale materiaal. Het draagt de sporen van de ambitie een orkestwerk te maken dat alle orkeststukken
overbodig zou maken. Achteraf gezien vind ik die (misschien wel ongewilde) tegenstelling tussen primitiviteit en ingewikkeldheid wel goed. Het is het stuk waar ik het langst aan gewerkt heb, tien maanden, in Milaan vijf tot zes uur per dag. - LOUIS ANDRIESSEN