gerelateerde werken
Un beau baiser : from the opera 'George Sand'; for choir a cappella / Louis Andriessen
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Images oubliées : for orchestra / Claude Debussy; orchestrated by Bart Visman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl ob eh 2cl 2fg 4h 2trp 3trb tb timp perc hp str
Symphony: God Spoke and the Mountain Answered : for large orchestra / Benjamin de Murashkin
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl 3ob(eh) 3cl(cl-b) 3fg(cfg) 4h 3tpt 2trb-t trb-b tb timp 3perc str
Zes doorvoeringen : voor klein symphonie-orkest, (1944) / Koos van de Griend
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2220 0200 perc str
compositie
Ittrospezione II : per orchestra, Milano 5 marzo 1963 / di Louis Andriessen
Overige auteurs:
Andriessen, Louis
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Ittrospezione II voor groot orkest schreef ik een aantal jaren geleden. Het was een van mijn eerste 'officiële' opdrachten: naar aanleiding van de compositieprijs aan het Conservatorium van Den Haag kreeg ik van het Ministerie een opdracht voor een orkestwerk. Ik heb het in Milaan afgemaakt, in de tijd dat ik bij Luciano Berio studeerde. Nu ik het stuk terugzie valt het me op dat het over tegenstellingen gaat. In de eerste plaats compositorisch: het stuk bestaat uit 'blokken' instrumentengroepen (dus ook instrumentale tegenstellingen) die voortdurend eenzelfde samenklank herhalen en worden afgewisseld of overlapt door andere groepen, die vaak hetzelfde muzikale materiaal hebben. In zekere zin heeft het stuk dus een statisch karakter, vandaar ook de titel, inclusief schrijffout - introspectie. Maar binnen zo'n blok zijn de onderlinge partijen zeer dynamisch, dikwijls zeer virtuoos en moeilijk te spelen; de beweging speelt zich naar binnen toe af. Dan de tegenstelling in de
speelwijze: de musici spelen of een aangehouden toon, of een groep snelle staccato-tonen, maar nooit een combinatie van die twee; bovendien: normaal legato-spel komt in het hele stuk niet voor. Alle partijen zijn solistisch van aard en dienen ook zo opgevat te worden, dat is ook een tegenstelling ten opzichte van het apparaat symfonieorkest, waar het stuk voor geschreven is. Een tegenstelling is ook de klank van het stuk en de vorm. Het is tot in de kleinste details georganiseerd, terwijl de klank vaak een impulsief karakter draagt. Zo zijn er meer voorbeelden, maar de hoofdtegenstelling in het stuk is die tussen kabaal (het werk is gebouwd op vier Tutti, die in een gulden snede verhouding tot elkaar staan) en stilte (halverwege beginnen er gaten te vallen). Al deze tegenstellingen zijn nogal plat en primitief toegepast, en dat is weer in tegenstelling tot de complexiteit van het muzikale materiaal. Het draagt de sporen van de ambitie een orkestwerk te maken dat alle orkeststukken
overbodig zou maken. Achteraf gezien vind ik die (misschien wel ongewilde) tegenstelling tussen primitiviteit en ingewikkeldheid wel goed. Het is het stuk waar ik het langst aan gewerkt heb, tien maanden, in Milaan vijf tot zes uur per dag. - LOUIS ANDRIESSEN