gerelateerde werken
Canzoni amorose del duecento : per soprano, baritono, pianoforte ed orchestra / Hans Henkemans
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Vocaal ensemble (2-12) en orkest
Bezetting:
sopr bar 3333 4000 timp perc hp pf str(18.18.14.10.6.)
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl fl(pic) fl-a 3ob ob(eh) 3cl cl-b 3fg cfg 4h 3trp 3trb tb timp perc cel mar vibr 2hp pf str
Dance of the second-born : for orchestra, opus 31, 2001 / Frank van Gompel
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 2sax-a 2110 perc str
Joodse Rapsodie - Hatikwah : voor orkest / Israel Olman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
compositie
Partita : per orchestra, 1960 / Hans Henkemans
Overige auteurs:
Henkemans, Hans
(Componist)
Bevat:
Alla marcia
Movimento brioso
Fantasia
Tarantella
Toelichting:
Program note (Dutch): Het werk bestaat uit vier delen, die, ondanks onmiskenbare thematische verwantschappen, onderling onafhankelijk zijn. Als componenten van een totaliteit zijn zij echter niet te scheiden.
De compositie opent met een 'Alla marcia', dat in het kader van een vrije hoofdvorm twee contrasterende gegevens (benevens enkele neven-thema's) in verschillende gedaanten laat horen; als thematisch materiaal van een min of meer typische 'militaire' mars, als bouwstenen van een fuga, als melodische flarden in een cadens-achtige episode voor het gehele orkest, en ten slotte als muzikale pijlers van een marche funèbre. Het tweede deel - Movimento brioso - is in zijn geheel gezien, een zeer beweeglijk, hier en daar onstuimig stuk. Qua structuur zou men van een vrije driedelige vorm kunnen spreken (A-B-A), waarvan de middensectie ruim twee keer zo langzaam van tempo is en zich beweegt boven een basso ostinato, die direct afgeleid is van het hoofdthema van A. Het derde deel - Fantasia - verloopt in een overwegend zeer langzaam tempo. Na een inleiding - waarin onder meer een triolenmotief de aandacht trekt, dat voor de ontwikkeling van dit gedeelte van groot belang zal blijken te zijn -
zetten de alten een lange melodie in. Door het veelvuldig toepassen van ongewone maatsoorten en metra klinkt deze melodie ritmisch zeer vrij; goed beschouwd is hier sprake van een uitgeschreven rubato. De ontwikkeling van het hoofdthema, gecombineerd met elementen uit de inleiding - slechts onderbroken door een korte, hevig bewogen en iets vluggere episode - bepaalt de tamelijk vrije structuur van dit deel. De Tarantella ten slotte is, wat betreft tempo en ritme, streng conform de eisen van deze zeer snelle Italiaanse dans geschreven. Na een korte, heftige inleiding zetten de eerste violen, begeleid door alten, violoncelli en bassen, het eerste thema in. In het verdere verloop van het stuk hoort men een tweede thema, zangerig van karakter (de eerste keer gespeeld door de klarinet), en een derde, dat licht van aard is en grillige contouren heeft. De afwisseling van deze drie gegevens geeft aan dit deel een rondo-achtige structuur. Emotioneel is de Tarantella echter geenszins zo
eenvoudig als een dergelijk vormschema zou doen vermoede
n: het bewogen verloop van de muzikale gedachten verleent aan deze finale evident dramatische accenten. - HANS HENKEMANS