componist
Een fascinatie voor literatuur loopt als een rode draad door het werk van Klaas de Vries. Teksten van Fernando Pessoa, Gabriel García Márquez, Virginia Woolf en recentelijk David Mitchell ...
gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
The drunk who fell in love with the princess : for ensemble / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fl1 fl2 fg pf vl
Sinfonia / Alexander Voormolen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3222 2200 timp str
Veronica wals : piano solo, (eenvoudige zetting), 1983 / Cor de Groot
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Follia : voor koperblazers, slagwerk, elektriese instrumenten en vijf solo-strijkers, (1972-'73) / Klaas de Vries
Toelichting:
Follia heeft bepaalde karakteristieke overeenkomsten met andere composities uit het begin van de jaren zeventig [van de vorige eeuw]: diatoniek, homogene klankblokken (cf. de bezetting) en een minder gedifferentieerde ritmiek vergeleken met veel muziek uit de voorgaande periode. De bezetting en de vorm hang nauw samen. In het koper wisselen twee contrasterende blokken elkaar af. Het eerste, massief van klank, diatonisch van opbouw en met een motorisch ritme, keert een aantal keren ongewijzigd terug, maar wel steeds in een ander register. Het tweede, a-motorisch (lang aangehouden tonen) en meer chromatisch, verandert voortdurend. Deze twee blokken van de blazers contrasteren - alleen al door klank en volume - op zich weer met de vijf strijkers, die ook steeds als blok optreden. Door het gebruik van hetzelfde toonhoogte-materiaal werken de strijkersblokken als echo van de muziek van de blazers. Drie tamtams en twee gongs, op verschillende manieren bespeeld (onder andere met een strijkstok aangestreken), vormen de bemiddelaars in klank tussen koper en strijkers. De afwisseling van deze gegevens wordt één keer onderbroken door een blok van elektrische instrumenten en twee xylorimba's, die na het koper en de strijkers een derde versie van hetzelfde materiaal presenteren. Door het constant in andere gedaantes terugkeren van hetzelfde toonhoogte-materiaal (twee diatonische reeksen die een kleine secunde - of none - uit elkaar liggen) en de montage-achtige bouw van de vorm, waarbij de volgorde van de blokken geen dwingend muzikaal verloop vertoont (met andere woorden: ze zouden tot op zekere hoogte gewijzigd kunnen worden zonder de essentie van de muziek aan te tasten), heeft het stuk een overwegend statisch karakter (...). - KLAAS DE VRIES