gerelateerde werken
Canto Ostinato : voor toetsinstrumenten, 1976-79 / Simeon ten Holt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
4pf
Far away in the ocean : for twelve violoncellos and soprano / Reza Namavar ; text: Toon Tellegen
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
sopr 12vc
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
voc fl/picc cl sax-a 3 sax-t fg 5trp 4trb trb-b tb 2perc g-e g pf db tapdancer
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
bas 0011 2sax 1010 crt 2perc g hp pf 2vl vla vc cb
compositie
.. A/.ta-lon/ : voor mezzo-sopraan, en 36 spelende en pratende instrumentalisten (1967-68) / muziek en tekst van Simeon ten Holt
Overige auteurs:
Holt, Simeon ten
(Tekstdichter/librettist)
Holt, Simeon ten
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Het was vanaf het moment dat ik me voor nam om in een compositie van de menselijke stem gebruik te maken wel min of meer duidelijk dat ik met de tekst in moeilijkheden zou raken. (...) Wat mij interesseerde in de relatie poëzie - muziek, was de vraag naar de mogelijkheid van een gemeenschappelijk structuurprincipe, een versmeltingspunt. (...) De vraag ontstond: is het niet mogelijk muziek en tekst spontaan in en vanuit een zelfde structuurprincipe te concipiëren? In de zin van een procedure waarin beide media van meet af aan versmolten zijn en dezelfde code voeren, tekst en muziek zich realiseren volgens hetzelfde principe, de één in taal(spraak-)symbolen, de ander in het muzikale materiaal.(...) Wat aan de partituur opvalt is het streng geprofileerde model, een muziek die wordt gedragen door een geraamte dat, weliswaar verborgen, symmetrisch is opgezet. Het constructiebeginsel dat voor de teksten heeft gegolden, is met een even grote consequentie in de muzikale uitbouw
voortgezet. Dit heeft geleid tot eigenzinnige, de consequent en tot de grenzen van het absurde doorgevoerde organisatie van het akoestische materiaal. De muziek van ..A/.TA-LON/, gedicteerd door een van tevoren nauwkeurig ontworpen plan, een soort automaat, lijkt te zijn opgeroepen. Vier, onderling van elkaar gescheiden instrumentale ensembles, ieder weer bestaande uit drie trio's, vormen met elkaar een gechromatiseerd klankkleurpalet. De ruimtelijke scheiding en opstelling van het ensemble visualiseert de symmetrische opzet van het stuk. De leden van het ensemble zijn behalve instrumentalisten ook deelnemers aan het ritueel in zoverre zij door inspraak en het leveren van commentaar betrokken zijn in het gebeuren. Een streng gehanteerde verdeelsleutel schijnt erover te waken dat niemand van de betrokkenen door speciale taakopdrachten en privileges zich onderscheidt van de ander. De verbale en de instrumentale klanken vormen twee aspecten van één en dezelfde zaak. Zoals de muziek
schijnt opgeroepen en uitdrukking is van een dubbelzinnige wereld, zo verschijnt in de sopraan een menselijke gestalte die hetzij slachtoffer van een bureaucratisch raderwerk, hetzij als een soort priesteres, een profetesse kan worden gezien. (...) Het wekt nauwelijks verwondering dat een muziek die zo hypothetisch ontstaat, die zich beweegt in de randgebieden van de verbeelding en schijnt te spotten met de gangbare normen van de uitvoeringspraktijk, geen genade vond in de ogen van dirigenten en concertdirecties. Des te meer reden om de moed die het ASKO heeft getoond door het stuk tot uitvoering te brengen, te appreciëren en te prijzen. - Simeon ten Holt