gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
medium pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr cl vc pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en); Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr 2vl/2fl b.c. ; sopr vl/fl b.c.
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
bar org 2vl vc
compositie
Wijfken, staat oppe : Anna Bijnstriptiek, voor sopraan en fluit/altfluit, 1988 / Margriet Ehlen
Overige auteurs:
Bijns, Anna
(Tekstdichter/librettist)
Ehlen, Margriet
(Componist)
Bevat:
Ik ben gehuwd, ailacen
Mijn alderliefste lief
O dood, hoe bitter is uw gedinken
Toelichting:
Program note (Dutch): Met de keuze van deze krachtige en tedere teksten heb ik recht willen doen aan Anna Bijns. Uitdaging, agressie, spot en humor karakteriseren het eerste deel van de triptiek. Introverte lyriek bepaalt het stille tweede lied. Opstandigheid, bitterheid en oneindige tederheid dwingen het derde lied in deze vorm. Natuurlijk is Anna méér dan de optelsom van haar markante karaktertrekken en van al haar emotionele lagen. Zij is méér dan de symboolwaarde van een sterke moedige vrouw, die als eerste onafhankelijke dichteres - zonder de beschutting van huwelijk of kloosterleven - onze literatuurgeschiedenis ingaat. Anna is een vrouw om van te houden. Zij leefde in een gewelddadig grensgebied tussen late middeleeuwen en ontluikende renaissance (Antwerpen, 1493-1575), tussen de brandstapels van de inquisitie en het beginnende oorlogsgeweld van de 80-jarige opstand tegen Spanje. Geen tijd voor esthetica, maar voor heftigheid, strijdbaarheid en radicaliteit. Anna schreef heftige
liefdesgedichten, en heftige gedichten over de onderdrukking van vrouwen door mannen, van mannen door vrouwen. Even heftige, polemiserende scheldkannonades tegen Luther en tegen de roomse ayatollah's. Anna klom op de barricaden waar dat nodig was, overal waar onrecht geschiedde en waar mensen in ketenen geslagen werden: in religie, in huwelijk, in maatschappij. Daardoor biedt zij identificatiemogelijkheden te over aan vrouwen en mannen in onze eigen 20e eeuw, die in wezen niet eens zo ver afstaan van Anna's 16e eeuw. Deze identificatie is de basis voor de interpretatie van mijn 'Wijfken, staat oppe!' Deel 1 mag zich als een 'theaterstuk' ontwikkelen, waarbij vrije ritmische interpretaties als rubatovormen zijn toegestaan als de tekstuitbeelding daarmee gediend is. Deel 2 is een lied van stilte. Deel 3 moet strak toegesneden zijn: heftig en krachtig, een naar binnen geslagen brand. Blanke, introverte momenten daarentegen als contrast. - MARGRIET EHLEN