gerelateerde werken
Disco : for brass orchestra, 2001 / Geert van Keulen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
5sax 4235 3crt 3bug 5perc pf g-b
Psalm 84 : for solo soprano, solo tenor, mixed choir and orchestra / Sem Dresden
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
sopr ten SATB 3333 sax-a 4331 timp perc xyl hp str
Sint Joris : voor gemengd koor, sopraan en bariton soli, declamatie en orkest, (1956) / Sem Dresden
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
recit sopr bar GK4 3323 4330 timp perc hp pf str
In illo tempore : voor twee solisten, koor en orkest, 1988 / Mathieu Geelen
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
alt bas-bar GK4 2222 2231 timp 3perc str
compositie
Scena : texts after Petronius' "Satyricon", for mixed choir and orchestra, 1983 (rev. 1989) / Geert van Keulen
Overige auteurs:
Petronius Arbiter
(Tekstdichter/librettist)
Keulen, Geert van
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): 'Scena' is een metafoor, die decadentie tot onderwerp heeft. In het Latijn betekent 'scena' (of 'scaena'): toneel, decor, maar ook scène, praal, effect, doorgestoken kaart. Als uitgangspunt is 'Satyricon' , de 'roman' van C. Petronius over het decadente leven in de Romeinse samenleving ten tijde van keizer Nero, gekozen. In deze roman wordt een voortdurend spel gespeeld tussen schijn en werkelijkheid, waarheid en leugen, en, in abstracto, tussen vorm en inhoud. Deze discongruentie tussen vorm en inhoud is een belangrijk kenmerk van decadentie. In de beroemde scène 'Cena Trimalchionis' wordt het feestmaal beschreven dat de parvenu Trimalchio te zijnen huize laat aanrichten. Niet alleen beschrijft de tekst een situatie die in het algemeen direct als decadent wordt ervaren, ook in detail, een tweede niveau, wordt dit spel tussen werkelijkheid en schijn, tussen wezen en verschijning opgevoerd. In de twee gekozen tekstfragmenten komt dit duidelijk naar voren. De geserveerde spijzen
lijken bedorven of zijn vervaardigd van een grondstof, dan wel hebben een vorm die niet in overeenstemming is met wat zij moeten voorstellen. Deze schifting van voorkomen en betekenis is als belangrijkste uitgangspunt gekozen bij de compositie van 'Scena' , zowel in psychologisch als in compositie-technisch opzicht. Decadentie wordt gekarakteriseerd op een tweede, theoretisch plan. Géén sfeerbeschrijving, géén toonschildering dus, maar ernstige, strenge muziek die zijn eigen wetten volgt. De tekst wordt voor een groot deel van zijn directe betekenis losgemaakt: hij wordt in het Latijn gezongen, de klinkers worden vaak zeer lang uitgerekt en soms worden de lettergrepen van één woord verdeeld over verschillende stemmen. Het muzikale verloop wordt meer bepaald door de vorm dan door de inhoud van de tekst. Compositie-technisch weerspiegelt deze splitsing zich ook in een lagentechniek. Harmonie en ritme, zo men wil analoog aan inhoud en vorm, aanvankelijk één geheel, splitsen zich en gaan
zich los van elkaar bewegen. Ook de tijdmaat, het metrum, onder andere hoorbaar in de regelmatige slagen van het slagwerk, onttrekt zich aan het heersende tempo. Het rituele karakter dat 'Scena' onder andere door deze zich
steeds herhalende tamtam-slagen krijgt, staat in directe relatie met de tekst: in de beschreven eetscène heeft de maaltijd niet zozeer betekenis als voeding, maar krijgt het karakter van een rituele gebeurtenis. Zo wil 'Scena' in overdrachtelijke, geabstraheerde vorm een beeld geven van de huidige westerse samenleving, die door mij als typisch decadent beschouwd wordt, met haar zinledige rituelen, inhoudsloze vereringen en ideologie-arme overtuigingen. - GEERT VAN KEULEN