gerelateerde werken
Red, white and blues : Dutch new blues pieces, for piano, 1996-2006, Volume 2
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Cantique de Siméon : for mixed choir, 1991 / Daan Manneke
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK6
9 kleengedichtjes : voor gemengd koor a.c. / Ernest W. Mulder
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Almenos flores, almenos cantos : Canto III, voor gemengd koor, 2003 / Daan Manneke
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
compositie
De papalanggi heeft geen tijd : voor 6-stemmig gemengd koor a cappella, 1987 / Sinta Wullur
Overige auteurs:
Tuiavii
(Tekstdichter/librettist)
Wullur, Sinta
(Componist)
Toelichting:
De tekst is gehaald uit een hoofdstuk uit het boek De Papalagi, de redevoeringen van het Zuidzee-opperhoofd Tuiavii. De Papalagi (uitgesproken: papalanggi) betekend 'de blanke' of 'de vreemde'; het is een aanduiding voor de Europese mensen, zoals die bekeken en beschreven wordt door Tuiavii. Hij reisde aan het begin van de vorige eeuw door Europa, leerde onze cultuur terdege kennen en verwonderde zich over onze soms beangstigende wijze van samenleven. In deze compositie zijn er in totaal zes verzen, waarin de verschillende aspecten van de tijd afzonderlijk als kleine schilderijen worden weergegeven. Zo beeldt het eerste vers het tijdloze uit, een klankveld-achtige compositie waarin voornamelijk klinkers en zoemende klanken voorkomen. In het tweede vers treedt juist het gehaaste, het door de klok afgemetene naar voren. Hierin wordt de tekst ritmisch gescandeerd en de ritmische patronen krijgen een enigszins opzwepend karakter. De tekst Maar de tijd heeft de rust lief wordt letterlijk uitgebeeld in het derde vers. Zowel het tijdloze als het afgemetene zijn aanwezig in het klankveld waarin verschillende ritmisch-melodische patronen over elkaar schuiven. Evenals in het tweede, komt in het vierde vers het opgejaagde en het ophitsende ritme van de klok voor. De abstracte woorden/klanken bootsen slagwerkinstrumenten na, zelfs tot sirenes aan toe. Het vijfde vers is een soort klaagzang, waarin het feit betreurd wordt dat de papalanggi geen tijd heeft. In het zesde vers waarschuwt Tuiavii de papalanggi om tot inkeer te komen: er is veel meer tijd tussen zonsopgang en zonsondergang dan een mens gebruiken kan. - SINTA WULLUR