gerelateerde werken
Concertino da primavera : per pianoforte, quintetto a fiati, archi e timpani, 1978 / Peter Visser
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
1111 1000 timp str pf-solo
Liedjes der Liefde : voor midden stem met piano / Bernard Zweers, tekst: G.W. Lovendaal
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
voice pf
The bird of paradise : mezzo soprano, pianoforte, 1976 / text: R.D. Laing, Wim Laman
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
sopr-m pf
Beloven : for soprano and piano / Georgia Nicolaou
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
sopr pf
compositie
Galgenlieder : bariton, piano en slagwerk ad libitum, 1978 / tekst: Christian Morgenstern, muziek: Peter Visser
Overige auteurs:
Morgenstern, Christian
(Tekstdichter/librettist)
Visser, Peter
(Componist)
Bevat:
Galgenbruders Lied
Der Schaukelstuhl
Der Nachtschelm und das Siebenschwein
Fisches Nachtgesang
Wer denn?
K.M. 21
Der Seufzer
Der Werwolf
Toelichting:
Program note (Dutch): De originele programma's en non-conformistische muzikale instelling van het duo Joe Raphael en Ariane Karres brachten mij op het idee een cyclus liederen te componeren waarbij de bariton en de pianist nu eens niet braaf hun eigen instrument zouden gebruiken, maar van tijd tot tijd ook eenvoudige slaginstrumenten hanteren. Dit vergt uiteraard van de musici snel reageren en veel souplesse. De gekke teksten van Morgenstern (1871-1914), wellicht de eerste echte nonsens-dichter, leken mij voor deze opzet bijzonder geschikt. Evenals de eerder voor deze musici geschreven Paul van Ostaijen-liederen, is het een doorgecomponeerde cyclus met sterk thematische verwantschap tussen de liederen onderling. Ook de vleugel wordt van tijd tot tijd op een ongewone manier bespeeld, namelijk doordat de pianist of zanger met de hand of zelfs met een lineaal de snaren aantokkelt. Hoewel het nonsens-element sterk overheerst, heb ik toch ook getracht de andere zijde van Morgensterns poëzie te belichten.
Verborgen in de gedichten staan namelijk een paar verzen, die plotseling een zeer ernstige ondertoon hebben. Eén daarvan, Wer denn?, nam ik als centrum van deze cyclus; de muziek grijpt hier terug op een bijna Mahleriaans idioom. Verder wemelt het van welbewuste muzikale citaten. Om ze te ontdekken heeft men beslist geen insiders nodig; men zou aan een uitvoering een muzikale quiz voor het publiek kunnen koppelen... - PETER VISSER