componist

Kinkelder, Dolf de

Dolf de Kinkelder werd in 1953 geboren. Opleiding Hij studeerde klassiek piano in Arnhem en compositie / arrangeren lichte muziek bij Frans Elsen en Klaas de Vries. In 1985 ontving hij de ...

gerelateerde werken

Red, white and blues : Dutch new blues pieces, for piano, 1996-2006, Volume 2

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Piano
Bezetting: pf

Urban Suite : for two alto saxophones / Carlos Micháns

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Saxofoon
Bezetting: 2sax-a

Impuls : voor saxofoonkwartet, 1992 / Jan Felderhof

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Saxofoon
Bezetting: 4sax

Kwade dampen : = (Evil Steams), for saxophone quartet, 1989, revision 2008 / Chiel Meijering

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Saxofoon
Bezetting: 4sax

 

compositie

De verloedering : voor saxofoonkwartet, 1985 / Dolf de Kinkelder

Uitgever: Amsterdam: Donemus, cop. 1989
Uitgavenummer: 05146
Genre: Kamermuziek
Subgenre: Saxofoon
Bezetting: 4sax
Bijzonderheden: Nr. 1. - Tijdsduur: 9'10''
Tijdsduur: 10'00"
Aantal spelers: 4
Compositiejaar: 1985
Status: nog niet gedigitaliseerd (verwachte levertijd 14 dagen)

Toelichting:
Program note (Dutch): De Verloedering voor saxofoonkwartet is het eerste van drie stukken die wat idioom en manier van componeren betreft sterk aan elkaar verwant zijn. (De Verloedering 2 is voor blazersensemble met slagwerk en basgitaar, De Verloedering 3 is voor marimba en [symfonie-]orkest.)
Dit idioom bedient zich veelvuldig van kwart-, al of niet verminderde kwint- en kleine-secunde-afstanden, zodanig dat chromatiek 'in het octaaf' ontstaat, en bestrijkt de gehele omvang van de desbetreffende instrumenten. Het is pseudo-laatromantiek, of als je wilt pseudo-expressionisme, vandaar 'De Verloedering'.
De vorm is simpel: een lange, niet-repeterende canon, waarbij ongelijktijdigheid in het ritme van de verschillende stemmen de norm is, wordt tijdelijk onderbroken door een gedeelte waar - op enkele hoketus-achtige passages na - de stemmen ritmisch synchroon lopen.
Het thema, waarmee de baritonsax de canon begint, is een en al motivische variatie en is gebaseerd op een afwisseling van beweging en stilstand; als gaandeweeg meer stemmen worden ingeschakeld, wordt de beweging complementair en complex.
Het middendeel is verwant aan de z.g. saxchorus-techniek, zoals die in bigband-muziek gebruikt wordt: elke noot van de hectische, pseudo-geïmproviseerde melodie in de sopraansax wordt anders geharmoniseerd, zodat een stroom van constant wisselende harmonieën ontstaat. - DOLF DE KINKELDER

Interesse
Heeft u interesse om dit werk aan te schaffen? Laat ons dit dan vrijblijvend weten zodat we dit werken met voorrang kunnen digitaliseren.
Naam
E-mail