componist
gerelateerde werken
Trois chansons d'amour et une épigramme : voor zang en blokfluit, 1981 / Harold C. King
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
medium rec-s/rec-t
Hommage à Mallarmé : chant, flûte, violoncelle et piano, op. 80, 1980 / Marius Flothuis
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
medium fl pf vc
Quadro : voor sopraan, fluit, altviool en piano, 1954 / Ludwig Otten
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr fl pf vla
Boogloze Boogpees : for soprano and wind ensemble / Chiel Meijering
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
2fl cl sax-a/sax-s sax-b/sax-a h trp 2trb tb perc pf el.g g-b
compositie
Trois chansons d'amour et une épigramme : voor zang en blokfluit, 1981 / Harold C. King
Overige auteurs:
Hugo, Victor
(tekstdichter/librettist)
Marot, Clement
(tekstdichter/librettist)
Ronsard, Pierre de
(tekstdichter/librettist)
Bevat:
Mes vers fuiraient / tekst v. V. Hugo
Mignonne / tekst v. P. de Ronsard
Viens / tekst v. V. Hugo
Les cerfs en rut / tekst v. C. Marot
Toelichting:
Program note (Dutch): Toen ik de teksten voor de Trois chansons d'amour bij elkaar had, rees de vraag naar de bezetting. De teksten wijzen duidelijk een mannenstem aan, maar de gevoelsinhoud is evengoed door een vrouw te ondergaan. Dus: man èn vrouw (....). Bij de ingetogen en tedere sfeer, slechts in het derde lied ervan gepassioneerd, leek mij alleen de blokfluit te passen. Ik wilde de zoveel gebruikte begeleiding door een toetsinstrument vermijden; het werd dus een duo: zang met een gelijkwaardig 'zang'-instrument. De 3 chansons vormen één geheel, dus bij voorkeur tesamen uit te voeren, hetgeen afzonderlijk gebruik niet behoeft uit te sluiten. Toen het ontwerp van de3 chansons vaststond, kwam ik de tekst van het 'Epigramente' tegen. Hoewel dit een persiflage op het voorgaande is, leek mij de tegenstelling toch niet zonder effect en integrale uitvoering dus aan te bevelen; wel afhankelijk in de programmasamenstelling, omdat men aldus met een lachertje eindigt. De 4 vormen dus een geheel maar zijn
vrijelijk te verdelen in afzonderlijk de 3 eerste en de laatste. - H.C. KING