gerelateerde werken
Muziek voor piano : 1981 / Peter Visser
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Concerto for Organ and three small Choirs : Tweede Utrechter Te Deum / Daan Manneke
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
3GK4 org
Concert : voor twee piano's en symphonie-orkest, op. 151 / Herman Mulder
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
3333 4331 timp perc 2hp str 2pf-solo
The strip in my life : For mixed choir and small percussion, Part I, 1988/89 / Tom Riedstra
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK4 perc toypf
compositie
Zeven Paul van Ostaijen-liederen : bariton, hobo, piano, 1977 / Peter Visser
Overige auteurs:
Van Ostaijen, Paul
(Tekstdichter/librettist)
Visser, Peter
(Componist)
Bevat:
Vers 6
Rijke armoede van de trekharmonica
Melopée
Zeer kleine speeldoos
Berceuse presque nègre
Gedicht
Alpenjagerslied
Toelichting:
Program note (Dutch): In de zomermaanden van 1977 componeerde ik een cyclus van zeven liederen voor bariton, hobo en piano. Deze bezetting is zeer ongebruikelijk; hij komt voort uit het feit dat drie musici, de bariton Joe Raphael, de hoboïst Maarten Karres en de pianiste Ariane Karres voor hun ensemble een nieuw werk zochten, dat speciaal voor deze bezetting zou zijn geschreven. Het werk van de dichter Paul Van Ostaijen heeft mij al vanaf mijn gymnasiumtijd geobsedeerd. Het uiterst variabele karakter, van zeer burlesk, grillig en satirisch tot verstild-lyrisch trok mij erg aan in het werk van deze jong gestorven Vlaamse avantgardist (1896-1928). Het grillige karakter van de gedichten is ook bepalend geweest voor de opzet van deze cyclus. Weliswaar loopt door het hele werk een soort leid-thema, maar dit wordt per gedicht gemodifieerd of geparodieerd. Motief-associaties komen even veelvuldig voor als de woord-associaties in de gedichten. Het openingsgedicht is opzettelijk gekozen: het bevat m.i. het artistieke credo van Paul van Ostaijen. Muzikaal wordt hierin ook het voornaamste materiaal geëxposeerd. De verdere gedichten zijn qua karakter zo contrasterend mogelijk gekozen, waarbij korte cadensen van hobo en piano de liederen verbinden. Het quasi-religieuze slot van de finale heeft een diepere betekenis: het illustreert Van Ostaijens verzet tegen elk dogmatisme, ook in religieus opzicht. - PETER VISSER