gerelateerde werken
Hypothema : for recorders, opus 20, 1969 / Peter Schat
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blokfluit; Elektronica met verschillende instrumenten; Blokfluit met multimedia
Bezetting:
rec-t tape
Ramasasiri : for soprano and five instrumentalists, (1968) / Joep Straesser
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr fl 2perc vibr(mar) pf(cemb)
Morgen : for mezzo-sopraan, ensemble and soundtracks / Gerard Beljon
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
m-sopr 2cl 3a-sax hn 3tpt 2ttrb btb pno cb track
Roundelay : a setting of words by Thomas Nashe, for soprano and 7 instruments, 1979 / David Rowland
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr fl cl perc pf vl vla vc
compositie
Entelechie 2 : scènes voor 11 musici, opus 13, 1961 / Peter Schat
Overige auteurs:
Schierbeek, Bert
(Tekstdichter/librettist)
Schat, Peter
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Een partituur die bestaat uit een aantal losse bladen vol 'onderwerpen', 'commentaren', 'interrupties' en 'incantaties'. De musici kiezen hieruit zelf een volgorde, dat wil zeggen een vorm, waarvan de tijdsduur onbeperkt is. Het idioom is anti-tonaal en dus consequent serieel, want als er geen tonale samenhang meer is, is er in ieder geval een andere, en die kun je maar beter niet aan het toeval overlaten. De gebruikte tekst is uit 'Het dier heeft een mens getekend' van Bert Schierbeek, een tekst die, ook al, meer met vrije associaties dan met gerichte suggesties werkt. De hele literatuurachtige opzet van het werk is trouwens een gevolg van het lezen van Jacques Scherers beschrijving van Le Livre van Mallarmé, een nooit gerealiseerd project, dat een vergelijkbare vorm zou hebben gekregen. Zou hebben gekregen: dergelijke vormen (waaraan veel componisten aan het begin van de zestiger jaren sleutelden) worden blijkbaar achtervolgd door de doem van de onvoltooidheid, hetgeen achteraf
gezien heel consequent is. In ieder geval heb ik Entelechie II ook nooit voltooid, het is een fragment van een eindeloos lang fragment gebleven, want het was destijds ons aller ideaal de klok rond te schrijven met een muziek die de tijdloze, koele verstening, de blinkende technologische veiligheid van de nato-woestijn, waarin wij toen leefden, ook letterlijk zou opvatten: 24 uur per dag moest zulke muziek duren. Het publiek zou binnenkomen - op de tenen alstublieft - zoals het een Cineac bezoekt. Ploegen musici zouden elkaar afwisselen om een partituur te spelen die steeds anders kon worden uitgevoerd. 'Dasselbe immer anders', met de woorden van Stockhausen, en wat mij betreft: Entelechie na Entelechie zou zich genummerd aaneenrijgen tot een Oeuvre, een Opus, een Levenswerk. De muzikale ontwikkeling was jong genoeg en niet te beroerd om Wagner op dit gebied ruimschoots achter zich te willen laten, en ik was dat dus ook niet. Het is daar allemaal niet van gekomen, want, nietwaar,
inmiddels is het woord Revolutie met een dreun op het asfalt gevallen, en dat was voor onze oorlogsgeneratie helemaal nieuw. Het liet ons te raden wat ons te wachten staat als niet alleen het WOORD valt. Vóór die onverwachte gebeurtenis trokken componisten zich terug in de meest complexe muzikale problemen, en omdat ik daar bij hoorde is een van de resultaten daarvan dit gecompliceerde, onvoltooide werk, waarin een consequente versplintering van idioom en vorm wordt nagestreefd.
Consequenter heb ik het nooit gewild of gekund, in ieder geval nooit gedaan. Ik werkte in die tijd in Bazel bij Boulez om muzikaal consequent te leren denken, en ik was een goede leerling. Het theoretisch probleem was - typisch een kolfje naar Boulez' hand - de rechtvaardiging voor de uitwisselbaarheid van muzikale structuren te vinden, want iedereen kon wel de rug van zijn partituren opensnijden, maar dan had je nog geen oneindige mobiele VORM. De oplossing lag uiteraard in de constructieprincipes van de Reeks, en wij speelden daar een absoluut waardenvrij spel mee, de koele langzame draaiing van een abstract kristal in het licht van een abstractie. Het esoterisch-esthetisch isolement, waartoe Debussy de componisten al had opgeroepen, kozen wij in Darmstadt, Donaueschingen, Domain Musical, gezegende reinculturen van de Reeks! Onder elkaar konden wij verschrikkelijk opgewonden raken alleen al bij de gedachte aan statische toonblokken, roerloze spiegelingen, muzikale immobiliteit en
verstening, begrippen die ons aan het werk zetten, precies zoals op dat hoogtepunt van de Koude Oorlog de Onbeweeglijke Maatschappelijke Instituten iedereen in de wereld rustig aan het werk hielden, in naam van de versteende juistheid van Ons Systeem. - PETER SCHAT