gerelateerde werken
Ein Morgen, ein Mittag, ein Abend in Wien : für Salonorchester / Geert van Keulen, Franz von Suppé
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
fl cl pf str
Concerto for three clarinets and chamber ensemble : 2005 / Guus Janssen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Klarinet en groot ensemble
Bezetting:
1121 1110 2perc 2vl vla vc cb cl-solo
Hallelujah I : for bass clarinet and large orchestra, Movements 1-4 / Jan Vriend
Genre:
Orkest
Subgenre:
Klarinet en groot ensemble
Bezetting:
2fl(pic) 2fl 2ob eh heck 2cl cl-b 2cl-cb 3fg 2cfg 6h trp-p 3trp3trb trb-b tb 6perc 24vl 10vla 8vc 6cb cl-b-solo
Transport to summer : [for] clarinet, 12 strings, percussion [and] piano, 1977 / Walter Hekster
Genre:
Orkest
Subgenre:
Klarinet en groot ensemble
Bezetting:
perc pf 6vl 3vla 2vc cb cl-solo
compositie
Cors et cordes : pour cor de basset et orchestre de chambre, 1978 / Geert van Keulen
Overige auteurs:
Keulen, Geert van
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Ondanks het feit dat de bassethoorn een zeer karakteristieke klank heeft en qua technische mogelijkheden niet onderdoet voor de klarinet, waarbij de omvang zelfs groter is dan die van de meeste blaasinstrumenten, komt de bassethoorn nauwelijks voor in de muziekliteratuur. De enige componist van betekenis die veelvuldig gebruik maakte van de bassethoorn was Mozart. De melancholieke toon van het instrument heb ik in Cors et Cordes gecombineerd met twee Engelse hoorns en twee 'gewone' hoorns, zodat een kwintet van 'hoorns' ontstond: de Cors uit de titel. Deze vijf blazers vervullen enigszins de functie van het concertino grosso, waarbij de bassethoorn de primus inter pares is. De strijkers vormen samen met clavecimbel de groep 'snaren': Cordes. Alle strijkerspartijen zijn bijna voortdurend op zelfstandige, kamermuziekachtige wijze behandeld. Door óók nog enkele strijkers geheel solistisch te laten optreden kon ik gebruik maken van vijf instrumentengroepen: a) bassethoorn solo, b) de
vier andere blaasinstrumenten, c) clavecimbel, d) solostrijkers en e) de andere strijkers. Op twaalf verschillende combinaties van deze groepen berust de vorm van Cors et Cordes. De overgangen tussen de verschillende secties gaan meestal zeer geleidelijk en zijn daardoor, een enkele uitzondering daargelaten, nauwelijks waarneembaar; de vorm lijkt daardoor vrij en geeft het stuk een enigszins rapsodisch karakter. Hoewel, zoals gezegd, de bassethoorn zeker virtuoze capaciteiten heeft, heb ik meer de nadruk willen leggen op de expressieve eigenschappen van het instrument en het speciale karakter van de tóón. - GEERT VAN KEULEN