componist
Hans Henkemans is een vooraanstaande Nederlandse pianist en componist uit de twintigste eeuw. Zijn composities omvatten orkestrale en vocale werken, kamermuziek en een opera. Hij treedt vijfentwintig jaar lang op ...
gerelateerde werken
Sonate : voor twee piano's / Hans Henkemans
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
2pf
Horn concerto : for horn and orchestra, 2001, revision 2002 / Geert van Keulen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Hoorn en orkest
Bezetting:
3332 2sax 4330 perc cel vibr 2hp el.g-b man pf str(16.16.14.12.8.) h-solo
Confronti : per corno solo e tre gruppi strumentali, 1982 / Wim Laman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Hoorn en orkest
Bezetting:
2030 3sax 8221 perc str(12.8.8.4.) h-solo
Premier concerto : for horn and orchestra, c. 1794 / ed. by John Smit, Jean Englebert Pauwels
Genre:
Orkest
Subgenre:
Hoorn en orkest
Bezetting:
2222 2200 timp str h-solo
compositie
Concerto : per corno ed orchestra, 1981 / Hans Henkemans
Toelichting:
Program note (Dutch): Het Concert voor hoorn en orkest werd in het voorjaar van 1981 voltooid. Het betrekkelijk korte stuk heeft in zoverre een afwijkende orkestbezetting dat in het begeleidend ensemble géén hoorns meespelen, waardoor het solo-instrument extra kansen krijgt om te contrasteren. De compositie bestaat uit vijf aaneengesloten delen, uitlopend op een coda, die qua omvang en inhoud het zesde deel kan worden genoemd: niet alleen verwerkt het reminiscenties aan de voorafgaande delen, maar het introduceert een nieuw eigen thema. De eerste vijf delen zijn symmetrisch gerangschikt. Het stuk begint feitelijk met de finale, waarin zich, ter introductie, ook gegevens van het tweede, derde en vierde deel laten horen; het vijfde deel is qua stemming en beweging (en natuurlijk ook melodisch) dan weer sterk verwant aan deel I. Het tweede en vierde deel zijn bij elkaar behorende fugato's; het onderbrekende derde deel is een Adagio, waarvan de tweedeligheid gemarkeerd wordt door een snel, kort intermezzo
(orkest zonder solo). Deel IV eindigt met een duidelijk orgelpunt, waarna deel V, de finale, thans niet gecompliceerd door nevengegevens, de symmetrie bevestigt. Een langzaam coda (Molto meno mosso, overgaand in Lento) besluit het werk. - HANS HENKEMANS