gerelateerde werken
Cadenzas to piano concertos by W.A. Mozart : for solo piano, 1946-'47 / Hans Henkemans
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Luminous Sea : Concerto for viola and orchestra / Douglas Knehans
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en orkest
Bezetting:
vla-solo 2fl 2ob 2cl 2fg 4h tpt-picc 2tpt 2trb-t trb-b tb timp 2perc str
Concert voor 3 klokken, altviool en orkest : 1992 / Klaas ten Holt
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en orkest
Bezetting:
2122 2120 5perc hp el.g pf str(6.6.4.4.2.) vla-solo
Viola-Viva : for viola and chamber orchestra / Hanna Kulenty
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl fg trp h trb 5perc cemb pf vl str
compositie
Concert voor altviool en orkest / Hans Henkemans
Overige auteurs:
Henkemans, Hans
(Componist)
Bevat:
Allegro tumultuoso
Andante, mesto
Allegro agitato
Toelichting:
Program note (Dutch): Een tekstgetrouwe beschrijving van een compositie moge al het voordeel bieden een soort literaire partituur voor de concertbezoeker te zijn, zij heeft het nadeel de aandacht af te kunnen leiden van de emotionele waarden van het werk. Dit is de reden waarom ik zulk een toelichting tot mij concert voor altviool en orkest tot het uiterste zou willen beperken. De omstandigheid bijvoorbeeld, dat het eerste deel een tamelijk curieuze bouw heeft gekregen (een versmelting van een hoofd- en een rondo-vorm) acht ik ten enenmale ondergeschikt aan de gevoelsinhoud die ik aan dit gedeelte heb trachten mee te geven. Niet dat er, waar dan ook in deze compositie, sprake is van een 'programma' of van enige bewuste buitenmuzikale emotie - het tegendeel is eerder waar. Het komt mij voor dat bij het componeren van dit werk de 'tussenstof' tussen muzikale impuls en het genoteerde resultaat daarvan bijzonder gering was. Weliswaar ben ik mij er terdege van bewust dat bijvoorbeeld juist een bepaalde
structuur een belangrijke factor kan zijn van de emotionele inhoud van een compositie, maar in dit werk is de structuur niet zozeer het resultaat van een actief geleide constructie; hij is grotendeels zonder intellectuele bemoeiing tot stand gekomen en de ongewone hoedanigheden ervan zijn achteraf 'ontdekt'. De melodiek van het eerste deel - allegro tumultuoso - vertoont duidelijk drie, wat betreft hun constructieve kwaliteiten, gelijkwaardige thema's; het eerste (gemakkelijk herkenbaar aan de quintensprong waarmee het begint) en het tweede in snelle, respectievelijk zeer snelle beweging, het derde aanzienlijk langzamer. Alle drie thema's zijn betrekkelijk weinig 'motivisch' en in hoofdzaak melodisch. Hun onderling contrast ligt in hun emotionele karakter: het eerste thema bewogen en ietwat onheilspellend, het tweede agressief en het derde lyrisch, doch evenzeer doortrokken van een zekere onrust. De bouw van het tweede deel is zeer eenvoudig, hoewel tamelijk ongewoon: een tweedelige
liedvorm, waarvan de a- en b-groep gescheiden zijn door een kort orkestraal tussenspel. Het stuk heeft een deels elegisch, deel geresigneerd karakter. Het laatste deel - allegro agitato - roept de stemming van het eerste deel weer op, doch ditmaal zijn de contrasten nog sterker; het lijkt een strijd om de suprematie tussen solo-instrument en orkest, waarbij het orkest vrijwel ononderbroken de agressieve toon handhaaft, de solo-alt er een in hoofdzaak milde toon tegenoverstelt. Hoewel het orkest met een sterk bewogen naspel het werk besluit, blijft het naar mijn mening een open vraag wie de strijd wint: het 'aanvallende' orkest of de zich overwegend met zachtheid teweerstellende, doch geenszins onaangedane solo-stem. - HANS HENKEMANS