componist
Louis Toebosch is organist, componist en koordirigent. Hij is vooral van belang voor het muziekleven in Noord-Brabant. Toebosch is internationaal bekend als virtuoos organist en improvisator. Aanvankelijk richt hij zich ...
gerelateerde werken
Prélude, Air varié, Final : pour le carillon, opus 120, 1981 / Louis Toebosch
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Beiaard
Bezetting:
car
Allegro : voor orgel en orkest / Louis Toebosch
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orgel en orkest
Bezetting:
0000 4331 timp str org-solo
Orgelconcert II : 1966 / Henk Badings
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orgel en orkest
Bezetting:
2222 3320 timp 2perc cel str org-solo
Concerto : per organo e orchestra, 1950 / Hendrik Andriessen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orgel en orkest
Bezetting:
2222 4331 timp hp str org-solo
compositie
Concerto : for electric organ and orchestra, op. 125, 1982/83 / Louis Toebosch
Bevat:
Allegro moderato
Variazione
Ritornello
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 13-10-1983 - Stadhuishal, Hengelo - Ivo van Pluur met het Conservatorium-orkest van het Twents Conservatorium o.l.v. Taijori Limori). Om de vele klankkleur-mogelijkheden van het elektronisch orgel - teneinde iedere vergelijking met het pijporgel bij voorbaat uit te sluiten - zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, werd grotendeels in dialoogvorm geschreven. In het eerste deel neemt het solo-instrument duidelijk het initiatief met een driemaal stijgend melodisch motief, gevolgd door een fragment waarin de component ritmiek primair is. Deze twee gedachten worden door het orkest deels herhaald of nog verder uitgewerkt, uiteraard in samenspraak met de solist. Het tweede gedeelte - Lento - is geheel gebaseerd op een basso ostinato die door de strijkers pizzicato wordt gespeeld met omspeling door de fagotten. Die grondmelodie bestaat uit een twaalftoonreeks plus de herhaling van de eerste vijf tonen, verdeeld over vier maten voorzin en vier maten nazin. Het uiterlijk
aspect van een Passacaglia is ruimschoots aanwezig, maar omdat de twaalftoonreeks onverstoorbaar blijft doorlopen, vallen begin en einde van die reeks niet altijd samen met de lengte van de verschillende variaties. Het derde deel - Ritornello - heeft veel overeenkomst met een Rondo. Er is een steeds terugkerend hoofdthema en er zijn coupletten. Afwijkend is een uitgeschreven cadens voor het solo-instrument midden in dit laatste deel. - LOUIS TOEBOSCH