gerelateerde werken
Ode to the West Wind : for choir and orchestra / Ton de Kruyf; poems by Percy Bysshe Shelley
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
GK8 2222 4331 4perc cel 2hp pf str
Trois poèmes en prose : for soprano and orchestra, 1995 / text: Baudelaire, Diderik Wagenaar
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
sopr 2242 2111 2perc hp harm 2pf 4vl 2vla 2vc 2cb
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
sopr mand-orch
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
sopr fl/picc ob/eh cl fg h 2perc mar acc pf 2vn vla vc db
compositie
Pour faire le portrait d'un oiseau : per mezzo soprano e complesso da camera, (1965) / poesia di Jacques Prévert, Ton de Kruyf
Overige auteurs:
Prevert, Jacques
(Tekstdichter/librettist)
Kruyf, Ton de
(Componist)
Bevat:
Preludio (Concertino)
Variazioni
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 17-9-1965 - KRO-Radio - Ileana Melita, Ensemble o.l.v. Elie Poslavsky). In januari 1965 schreef ik op verzoek van de mezzosopraan Ileana Melita deze 'moments musicaux' voor een beperkt instrumentaal ensemble met piano- en zangsolo. Het werk valt uiteen in twee contrasterende delen. In het 'Preludio' waarin de piano solistisch is behandeld en met de harp, xylofoon, vibrafoon en het slagwerk al meteen naar een climax voert, wordt als nieuw element de blazersgroep in een orgelachtige behandeling toegevoegd. De ontwikkeling wordt voortgezet met een passage door blazers en lage strijkers, waarop na enige tijd met de eerste groep opnieuw erbij, het element menselijke stem - in het begin haast onmerkbaar - zich in het klankpalet mengt. Deze wordt vocaliserend, zingend en sprekend op organische wijze met de instrumentale partijen verbonden. Het uitgangspunt van de onmiddellijk daarop volgende 'Variazioni' is een solo op de gestopte hoorn ('thema') van het voor dit werk gekozen
basismateriaal, waarna via een 14-tal variaties - elk in een eigen, soms bizarre instrumentatie - het bekende gedicht van Prévert aan de orde wordt gesteld. Men hoort hetzelfde gedicht eigenlijk in twee verschillende interpretaties: in het eerste deel wordt de poëtische sfeer zuiver instrumentaal geschetst met de gesproken titel aan het slot; in het tweede deel wordt de gezongen tekst volgens een meer gebruikelijke methode behandeld. Het geheel draagt een enigszins speels en luchtig karakter: zeer bewust een reactie op het zo veelvuldig voor grauwe, lugubere en zwaarmoedige onderwerpen misbruiken van de twaalftoonstechniek.
De bezetting bestaat uit piccolo/altfluit, hobo/Engelse hoorn, esklarinet/basklarinet, fagot/ contrafagot, hoorn, trombone, harp, xylofoon/vibrafoon, klokken, violoncel, contrabas en uitgebreid slagwerk. De pianosoli dienen eveneens door de zanger te worden vertolkt. - TON DE KRUYF