componist

Kerstens, Huub

Huub Kerstens neemt vele jaren een prominente plek in binnen het Nederlandse muziekleven. Als dirigent heeft hij voor alle beroepskoren in Nederland gestaan en vele beroepsorkesten en ensembles geleid, waaronder ...

gerelateerde werken

Schweigsam über der Schädelstätte öffnen sich Gottes goldene Augen : voor 8 koorgroepen , 10 instrumentale groepen en 8 klanksporen, opus 48, 1997 / tekst: Georg Trakl, Huub Kerstens

Genre: Vocaal
Subgenre: Gemengd koor en groot ensemble; Elektronica en zangstem(men) met of zonder instrument(en)
Bezetting: GK8 1111 2121 2perc vl vla vc cb tape

Matrooslied : voor gemengd koor en orkest, A'dam najaar 1966 / [muziek] van Wolfgang Wijdeveld, [tekst] uit Ballades van I.D. du Plessis

Genre: Vocaal
Subgenre: Gemengd koor en orkest
Bezetting: GK4 2222 2221 timp perc str

Mond im Zenit verharrend : coro misto, orchestra, opus 54, 1976 / [Text von J.W. von Goethe], Hendrik de Regt

Genre: Vocaal
Subgenre: Gemengd koor en orkest
Bezetting: GK4 2332 4331 timp perc cel vib(xyl) hp str(vla vc)

Mis : in d kl. t., voor sopraan, tenor, bas, gemengd koor, kinderkoor en symfonieorkest / Nico van der Linden

Genre: Vocaal
Subgenre: Gemengd koor en orkest
Bezetting: sopr ten bas JoK GK4 2222 2220 timp perc str

compositie

Theater : versie voor gemengd koor en orkest, 1984 / Huub Kerstens

Overige auteurs:
Augustinus (tekstdichter/librettist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Theater is opgebouwd uit een reeks van 5 tonen die zich in de eerste 20 maten in het orkest laten horen. De hele akkoord-opbouw van het stuk en alle thema's zijn van deze reeks afgeleid en worden vrij behandeld. Het getal 5 heeft in dit stuk een belangrijjke functie. De tekst is in 8 delen opgesplitst. Elk afzonderlijk deel is soms nog opgesplitst in kleinere fragmentjes en het notenmateriaal is een directe weergave van de verschillende karakteristieken van de tekst. Het koor zingt in het begin voortdurend toonherhalingen die langzaam in het verloop van het stuk in kleinere motiefjes overgaan, tot er zelfs een quasi polyfone schrijfwijze lijkt te ontstaan die soms een reminiscentie aan tonaliteit oproept, hoewel dit suk beslist atonaal is. Dit mondt tenslotte uit in het laatste gedeelte van het stuk (et si calamitates), dat een gregoriaans karakter heeft. Het orkest geeft zowel horizontaal als verticaal commentaar op de acties van het koor. - HUUB KERSTENS