gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
GK4 1111 1110 2perc 2vl vla vc cb
Ee Jya nai ka Ee jya nai ka ÉÉ jya nai ka : 3 ensembles, 2005 / Jan van de Putte
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Groter... Langer... Harder... : for ensemble / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
2fl/picc cl/cl-b sax-a/sax-s sax-bar/sax-s 2h tpt 2trb tb perc pf gtr-e bass-e
Crawling up the wall : for instrumental ensemble, 1992 / Huib Emmer
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1111 1111 perc hp pf 2vl vla vc cb
compositie
Between dreams and fairy tales : for ensemble and tape, 1992 / Sinta Wullur
Overige auteurs:
Wullur, Sinta
(Componist)
Toelichting:
Between Dreams and Fairy Tales is een compositie voor 13 instrumenten, 3 spreekstemmen en geluidseffecten. Het gaat hier niet om een verhaal dat door muzikale thema's wordt verbeeld. Het betreft muziek en klanken waarin teksten van sprookjes zijn verwerkt. Voor deze compositie heb ik drie nogal op elkaar lijkende sprookjes van Grimm gekozen: Sneeuwwitje, Doornroosje en de Kikkerkoning. Het verhaal van de hoofdpersonen wordt min of meer gelijktijdig voorgedragen en verklankt. In het eerste deel wordt de sprookjessfeer neergezet: het verhaal kan beginnen. Het tweede deel gaat over de gelukkige beginjaren van de jonge prinsessen. In het derde deel komen opeens de moeilijkheden... Het vierde deel schetst het verloop van de problemen. In het vijfde deel is er toch nog zoals gebruikelijk, een gelukkig einde! Elk deel heeft een karakteristieke behandeling van tekst en klank. De inleiding is schematisch. De trompet heeft de kernmelodie die samenvalt met langgerekte woorden van één van de spreekstemmen. Daartussen horen we losse zinnen van de andere stemmen en strijkersaccoorden. De overige instrumenten vullen het geheel op met figuurtjes en lijnen. Het tweede deel met lange tonen klinkt vredig en veelkleurig. Het verhaal wordt nu in fragmenten verdeeld in tegenstelling tot het eerste deel waarin slechts losse woorden en zinnen worden gebruikt. Het derde deel is snel en onrustig. Woorden en lettergrepen worden in repeterende patronen ritmisch gescandeerd. Een fragment van een verhaal wordt door de drie spreekstemmen verteld. In de andere delen beperkt iedere stem zich tot één fragment. Het vierde deel bestaat uit rustige, maar nachtmerrie-achtige muziek. De muziek is periodiek. Per periode wordt een fragment van het verhaal verteld. In het laatste deel wordt de tekst (zoals in de inleiding) afwisselend gereciteerd en verteld. De klank verandert van laag naar hoog (van donker naar licht), de betovering wordt verbroken. - SINTA WULLUR