gerelateerde werken
Farewell : voor sopraan, clarinet en cello / Boudewijn Tarenskeen; tekst Euripides
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
zang cl vc
Intermezzo in green : for violoncello / Wilma Pistorius
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Cello
Bezetting:
vc
Rimpicciolimento : violoncello, 1985 / Huub Kerstens
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Cello
Bezetting:
vc
Letter to Liz : for violoncello solo, 1990 / Alison Isadora
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Cello
Bezetting:
vc
compositie
Thesis : violoncello, 1985 / Boudewijn Tarenskeen
Overige auteurs:
Tarenskeen, Boudewijn
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Het stuk heet 'Thesis', goed beschouwd een half stuk dus, want er is geen thesis zonder arsis. Dit betekent dat ik nog een stuk moet schrijven met de titel 'Arsis.' En daarna? Daarna schrijf ik 'Arsis-Thesis', een compositie voor 2 celli - een trilogie! Maar waarom eerst Thesis. Neem haat en liefde, eerst is er de liefde, dan de haat, volgens mij. Er is geen haat zonder liefde, er is geen arsis zonder thesis, er is geen liefde zonder haat, er is geen thesis zonder arsis. Soms vraag ik me af of ik iemand pas echt kan haten als ik pas veel voor iemand voel. Soms hoor ik een accent waar geen accent is, met andere woorden: mijn muziek wil behandelen de ambivalentie en discrepante relatie tussen de arsis en de thesis. Ik manipuleer de zinnen dusdanig dat de oorspronkelijke waarde toegekend aan een accent in betekenis verandert: wat men als arsis ervaart, blijkt echter géén arsis te zijn; dat het dan als enig alternatief de thesis moet zijn, is ook weer niet waar, want de arsis-thesis
verhouding in mijn stuk beperkt zich lang niet tot het ritme, het metrum. Ze is doorgevoerd in alle parameters: toonhoogte, dynamiek, maatsoort enz. Daarbij is die verhouding geen conflict maar een bouw die bestaat uit het-elkaar-aanvullen en het-op-elkaar reageren en het-op-elkaar-commentaar-geven. Er is geen hiërarchie in het systeem, men is aan elkaar gewaagd. Er is sprake van een microstructuur, bijvoorbeeld maat 1, en een macrostructuur, bijvoorbeeld cijfer 6 ten opzichte van 19. In de microstructuur speelt zich op klein niveau het gesprek af tussen arsis en thesis, in de macrostructuur blijkt naar het eind toe (na cijfer 12) dat hele trajecten reageren op reeds gespeelde trajecten en zich maoeuvreren in een positie die je de thesis kan noemen. - BOUDEWIJN TARENSKEEN