gerelateerde werken
Un train peut en cacher un autre : for guitar and marimba, 1993 / Hans van Zijp
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
g mar
Neo-Plastiek III / Roland Kuit
Genre:
Multimedia
Subgenre:
Elektronische muziek
Bezetting:
electronics
Night Music : from the Album for cello and piano / Daan Manneke
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Cello en toetsinstrument
Bezetting:
vc pf
Ouverture : for two or more pianos / Rosy Wertheim
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
2pf
compositie
De slaapliederen : = (Les berceuses), voor mezzo-sopraan, (bas)klarinet en piano, 1986/1987 / Hans van Zijp
Overige auteurs:
Apollinaire, Guillaume
(Tekstdichter/librettist)
Camus, Albert
(Tekstdichter/librettist)
Heine, Heinrich
(Tekstdichter/librettist)
Seferis, Jorgos
(Tekstdichter/librettist)
Zijp, Hans van
(Componist)
Bevat:
Nacht lag auf meinen Augen / tekst v. H. Heine
Voici encore des arbres ... / tekst v. A. Camus
Il y a / tekst v. G. Apollinaire
Slaap hield je omvat / tekst v. J. Seferis
Toelichting:
Zonder enige relativering of zelfobservatie gaat Heine in het eerste gedicht op in zichzelf. De zangeres volgt de tekst nauwkeurig, leeft zich in en overdrijft dientengevolge. De basklarinet, als enige begeleider, volgt in eerste instantie de zangstem en diens tonaal-romantische expressiviteit, edoch overdrijft deze expressiviteit dermate, dat het een commentaar wordt. Deze overdrijving vindt plaats door systematische verwijding van intervallen. Op het moment dat de piano inzet, is er helemaal sprake van een bizarre sfeer van tegenstrijdigheden. Het tweede lied is een tirade van Camus tegen hypotheses, die de wetenschap veelal als oplossingen voor problemen biedt en door welke de wetenschap de wereld beziet. Klarinet en zangstem vullen elkaar aan. Aanvang en einde van elke regel worden gezongen, datgene wat zich daar tussen bevindt moet rustig maar luid worden gesproken. Er dient steeds een tegenstelling voelbaar te zijn tussen het emotionele van het gezongen en het meteen daarop volgende emotieloze spreken, met uitzondering van het slot. Inzetten zijn meestal vrij. Klarinet en zangstem blijven bij elkaar, terwijl zij zich, tezamen, van de pianopartij verwijderen. De pianopartij speelt zich af in het laagste register van het klavier, is een eindeloos perpetuum en diens licht gespeeld en vanuit 'mp' te worden gedacht. Het heeft de impact van een performance, is onafhankelijk en solitair. Het derde lied is rustig. Ondanks de ontegenzeggelijke romantische expressiviteit, dient het steeds regelmatig gespeeld te worden, zonder te veel interpretatorische toevoegingen. De pianopartij is wederom als een perpetuum en is welhaast onopvallend, behalve aan het eind: een fortissimo-commentaar op de wereld van fata morgana's die Apollinaire heeft geschilderd. Het vierde lied is voor klarinet en piano, met twee strofes voor de zangeres. De gedeelten tussen klarinet en piano zijn folklore-achtig. Seferis is drager van de Nobelprijs voor literatuur 1969. In 1971, toen hij overleed, volgden, hoewel de toenmalige junta in Griekenland het probeerde te verhinderen, 30.000 mensen zijn baar tijdens de begrafenis. - HANS VAN ZIJP