gerelateerde werken
Athena Keramitis : for contrabass flute and bass clarinet, 1985 / Jan Vriend
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Houtblazersensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fl-cb cl-b
Nocturne : for flute, oboe, violin, viola, violoncello and piano, 1986 / Henk Keizer
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
fl ob vl vla vc pf
Sextet : voor fluit, hobo, strijktrio en piano, 1985 / Jurriaan Andriessen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
fl ob vl vla vc pf
Igoriana : (three glances at The Rite of Spring), for small ensemble, 2001 / Carlos Micháns
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
cl pf vl vla vc cb
compositie
Symbiosis : for ensemble, 1993 / Jan Vriend
Overige auteurs:
Vriend, Jan
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 14-11-1993 - De IJsbreker, Amsterdam - Barton Workshop). Oorspronkelijk vroeg Jos Zwaanenburg mij een stuk voor solo fluiten te schrijven. Nu zag ik dat niet zo zitten, omdat ik nooit zo'n fluitcomponist ben geweest, maar hij drong zo aan dat ik voorstelde er wat instrumenten aan toe te voegen - een strijkkwintet. Afgesproken werd dat die gespeeld zouden worden door de leden van de Barton Workshop, waar Jos vaak mee samenwerkt. Toen ik het eerste deel af had, vroeg dirigent James Fulkerson mij: "Waar is de basklarinet nu?" Die heb ik toen maar in het tweede deel opgevoerd. Jim [Fulkerson] speelt zelf trombone en zo kwam ik op het idee om hem in het derde deel mee te laten spelen en uiteindelijk komt er in het vierde deel een piano bij. In elk deel wordt de bezetting dus met een instrument uitgebreid.
Het sprak mij aan om voor dit stuk het idee van 'symbiose' als uitgangspunt te nemen. In de natuur komen talloze vormen van symbiose voor, waarbij organismen, met schijnbaar alleen maar tegengestelde belangen, zo op elkaar ingesteld zijn dat ze wederzijds van elkaar profiteren. Zoals bijvoorbeeld dat vogeltje dat op de rug van een rinoceros leeft en ongedierte van diens rug pikt. In vergelijkbare zin vind ik de klank van een fluit in beginsel niet vanzelfsprekend mengen met dat van een strijkkwintet. Ten eerste zie ik de fluit niet als een homogene entiteit en bovendien heeft Jos Zwaanenburg een heel uitgesproken persoonlijkheid als fluitist. Hij manifesteert zich echt als solist, terwijl hij zich in dit stuk juist ook moet voegen naar de andere musici. De spanning die hierdoor ontstaat, is onderdeel van een symbiotische relatie en uit zich in een dynamische samenwerking. - JAN VRIEND