gerelateerde werken
Lacune : voor blazers, piano en contrabas, 1984 / Cees van Zeeland
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1020 sax-a(fl) 1330 pf cb
Hora : voor orkest / Wim Petersma
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
4444 4431 str(12.12.10.8.6.)
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2332 4331 timp perc hp str
Trauermusik : Op. 41 Nr. 3 / Jan Koetsier
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
1010 0000 str
compositie
Opus labyrinthum lego : for orchestra, 1992-1994 / Cees van Zeeland
Overige auteurs:
Zeeland, Cees van
(Componist)
Bevat:
Exterior
Interior
Toelichting:
Bij het maken van de compositie stelde ik me een groot tweedelig werk voor, waarbij het eerste deel een indruk zou geven die te vergelijken is met het prachtige shot uit Stanley Kubricks The Shining. We zien een wirwar van paden en heggen. Als de camera uit zoomt, blijkt dat we een maquette zien van een doolhof, dat in werkelijkheid in de tuinen ligt van het enorme pand waar het verhaal zich verder zal afspelen. Hoewel een doolhof altijd iets intrigerends heeft, roept het tegelijkertijd iets onbehagelijks op. Met het uitzoomen van de camera worden we echter gerust gesteld. We houden afstand, krijgen overzicht. Het beeld is vanuit een zekere snelheid gemaakt, alsof we in een vliegtuig zitten van waaruit we ons machtig voelen. We hebben daarbij optimaal overzicht en kunnen de gebeurtenissen volgen als een god. Het verhaal sluit zich als een cirkel. Wij, als publiek, zijn weliswaar even gewaarschuwd, maar daar blijft het voorlopig bij. Collectief kunnen we wel tegen een stootje. We gebruiken toch ons verstand en kunnen ons oriënteren in deze wereld, we zullen zorgen dat we weten wie we zijn, wat we zijn, waar we zijn. Allemaal zekerheden die weliswaar afgewisseld kunnen worden door momenten van verwondering of fascinatie, maar deze momenten zullen ons optimisme in het leven niet aantasten. Na al dit comfort wilde ik een tweede deel maken dat hiertegen opponeert. Het moet ook opponeren tegen de 'speelgoed-opwinding', die ons in onze zap-cultuur maar al te vaak wordt geboden. Eén keer gebruiken, weg ermee. Deze oppositie kan ik alleen maar voeren in de vorm van een zoektocht naar een eigen integriteit en oorspronkelijkheid. Wat gebeurt er als ik alleen een doolhof binnenga, zoals Orpheus in de onderwereld; als ik geen overzicht meer heb maar, misschien door deze daad, wel een beetje inzicht krijg; als er geen anderen meer zijn om te raadplegen en ik het van mijn eigen subjectiviteit moet hebben. Er is geen flitsend vliegtuig-gevoel meer, maar een verdichting van pad na pad en heg na heg met de bijbehorende onmacht. Het overzicht kan ik wel vergeten. De weg die ik afleg lijkt één lange, ook al loop ik misschien tien keer langs hetzelfde punt. Zonder anderen voel ik me een stuk minder zeker. Oriëntatie is nagenoeg onmogelijk. Vragen komen op als: 'Waar ben ik?' gevolgd door: 'Wat moet ik doen?', en als dit dolen maar langer en langer duurt: 'Wie ben ik eigenlijk?', 'Is er wel iemand die weet dat ik hier ben?', 'Wie maalt hier eigenlijk om?' Allemaal onzekerheden en vertwijfeling die mijn pessimisme aanwakkeren en een voorbode zijn van het einde, de dood. Tijdens het maken van deze muziek kwamen er regelmatig herinneringen boven aan de periode toen ik als jongetje van 5 jaar doolhoven van lego bouwde. Zo'n doolhof had naast een ingang natuurlijk maar één uitgang. Kenners van dit speelgoed weten dat je grondplaten hebt, waar je vervolgens je bouwsel op aanbrengt. Ik plaatste boven op mijn bouwwerk echter opnieuw zo'n grondplaat, waardoor er een soort doos ontstond met een paar gaatjes aan de zijkant. Trots liet ik dit dan aan mijn moeder zien, die moest raden waar de uitgang zat. Ik geloof niet dat mijn muziek even hermetisch is als deze constructies, maar ik durf niet te beloven dat ik al mijn streken kwijt ben. - CEES VAN ZEELAND